Examples of using "Beantwortet" in a sentence and their dutch translations:
- Was dit een antwoord op uw vraag?
- Heb ik uw vraag beantwoord?
Heb je de brief al beantwoord?
Heb je de brief al beantwoord?
Ik heb deze vraag al beantwoord.
Tom heeft de vraag juist beantwoord.
Maria antwoordt op de vraag van de lerares.
Tom heeft Maria’s vraag niet beantwoord.
Beantwoord mijn vraag.
Dat is geen antwoord op mijn vraag.