Translation of "Lasse" in Dutch

Lasse mich das anschauen.

Laat me even kijken.

Ich lasse niemanden im Stich.

Ik laat niemand in de steek.

Das lasse ich mir gefallen!

Dat aanvaard ik met plezier.

Ich lasse euch nicht allein.

Ik laat jullie niet alleen.

- Das lasse ich mir nicht länger bieten.
- Das lasse ich mir nicht mehr gefallen.

Ik zal het niet meer tolereren.

In Computermodellen lasse ich Planeten kollidieren,

Met computermodellen kan ik hele planeten op elkaar laten inslaan

Ich lasse diese Schuhe morgen reparieren.

Morgen laat ik deze schoenen herstellen.

Ich lasse dieses Radio morgen reparieren.

Ik laat deze radio morgen herstellen.

Lasse das Schlafzimmerfenster nicht offen stehen.

Laat het raam in de slaapkamer niet open.

Lasse uns weitere 5 Minuten warten.

Laten we nog vijf minuten wachten.

Ich lasse mir ein neues Haus bauen.

Ik laat me een nieuw huis bouwen.

Ich lasse Tom nicht meine Pläne durchkreuzen.

- Ik laat Tom mijn plannen niet verijdelen.
- Ik zal Tom mijn plannen niet laten verijdelen.

- Leben und leben lassen.
- Lebe, und lasse leben.

Leven en laten leven.

- Lasse den Wagen an!
- Lass den Wagen an!

Start de auto.

Ich lasse meinen Regenschirm immer im Zug liegen.

- Ik laat mijn paraplu altijd achter in de trein.
- Ik vergeet altijd mijn paraplu in de trein.

Ich lasse dich von meiner Schwester am Bahnhof abholen.

Ik zal mijn zus je laten oppikken aan het station.

Ich lasse mich von dir nicht wie einen Sklaven behandeln.

Ik weiger door jou als slaaf behandeld te worden.

- Lassen Sie mich bitte in Ruhe.
- Bitte lasse mich allein.

Laat me alsjeblieft met rust.

Und den lasse ich zehn Minuten lang in die Höhle ziehen,

...en dan laat ik het tien minuten liggen, de rook vult de grot...

- Ich lasse meine Kinder nicht fernsehen.
- Fernsehen erlaube ich meinen Kindern nicht.

Mijn kinderen mogen geen televisie kijken.

Ich lasse mir ja vieles gefallen, aber irgendwann ist das Maß voll.

Ik kan veel hebben maar ooit is de maat vol.

Tut mir leid, ich lasse keine Leute herein, die ich nicht kenne.

Het spijt me, maar ik laat geen mensen binnen die ik niet ken.

Ich lasse meine Kinder abends nicht fernsehen, wenn am nächsten Tag Schule ist.

- Mijn kinderen mogen van mij geen televisie kijken op een doordeweekse avond.
- Ik laat mijn kinderen op doordeweekse avonden geen televisie kijken.

Ich tue das jeden Tag, wenn ich jogge und meine Gedanken schweifen lasse.

Ik ga elke dag gewoon lopen en laat mijn geest uitwaaien.

- So lasse es.
- So sei es.
- Es ist gut so.
- So sei es denn!

Akkoord.

- Machen Sie die Tür auf und lassen Sie den Hund rein.
- Öffne die Tür und lasse den Hund herein!

Doe de deur open en laat de hond binnen.

- Bitte lasse mich wissen, wenn du irgendwelche Fragen hast.
- Bitte lassen Sie mich wissen, wenn Sie irgendwelche Fragen haben.

Laat het me weten als je vragen hebt, alstublieft.

- Wenn es etwas gibt, was ich für dich tun kann, dann zögere nicht und lasse es mich wissen.
- Wenn ich etwas für dich tun kann, zögere nicht, es mir zu sagen!

Als er iets is dat ik kan doen voor u, aarzel dan niet om het te zeggen.