Translation of "Kleben" in Dutch

0.023 sec.

Examples of using "Kleben" in a sentence and their dutch translations:

Ich muss eine Briefmarke auf den Umschlag kleben.

Ik moet een postzegel op de omslag kleven.

Ich vergaß, vor dem Abschicken eine Briefmarke auf den Brief zu kleben.

Ik ben vergeten de postzegel op de brief te plakken voor ik hem verstuurde.

Oma streute Mehl auf das Nudelholz, damit der Teig nicht daran kleben blieb.

- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.