Translation of "Daran" in Dutch

Zweifelt nie daran,

Twijfel niet.

Wir arbeiten daran.

- We zijn ermee bezig.
- We werken eraan.

Zweifle niemals daran!

Twijfel er nooit aan.

- Daran kann man nichts machen.
- Daran kann man nichts ändern.

Daar is niets aan te doen.

Ich glaube fest daran,

Ik geloof er sterk in

Ich gewöhne mich daran.

Ik word eraan gewoon.

Ich bin daran gewöhnt.

Ik ben eraan gewend.

Ich arbeite noch daran.

Ik ben er nog mee bezig.

Ich erinnere mich daran.

Ik herinner me dat.

- Sie sind es, der daran schuld ist.
- Sie sind schuld daran.

- Het is jouw schuld.
- Het is jullie schuld.

Plötzlich erinnerst du dich daran,

Plotseling herinner je je

Denken Sie daran: unerbittliche Selektion!

Weet je nog? Steeds blijven triageren.

Viele Menschen sind daran zerbrochen.

Veel mensen zijn eraan onderdoor gegaan.

Denke daran, das Licht auszumachen.

Vergeet niet het licht uit te doen.

Denke daran, du bist schwanger.

Denk eraan: je bent zwanger.

- Beteilige dich!
- Nimm daran Teil!

Neem er deel aan!

Tom wird sich daran erinnern.

- Tom zal het zich herinneren.
- Tom zal het onthouden.

Daran habe ich nicht gedacht.

Daar heb ik niet aan gedacht.

Ich überredete ihn, daran teilzunehmen.

Ik haalde hem over om er aan deel te nemen.

Ich soll mich daran gewöhnen.

Ik moet mij daar nog aan wennen.

Daran kann man nichts machen.

- Daaraan kunnen we niets doen.
- Daar is niets aan te doen.

Daran habe ich nie gedacht.

Ik heb nooit eerder daaraan gedacht.

Ich finde daran nichts auszusetzen.

Ik vind hier niets afkeurenswaardigs aan.

- Denke daran, worüber wir gestern gesprochen haben!
- Denken Sie daran, worüber wir gestern gesprochen haben!
- Denkt daran, worüber wir gestern gesprochen haben!

Denk aan wat we gisteren besproken hebben.

- Ich zweifel nicht daran.
- Daran habe ich keinen Zweifel.
- Da habe ich keinen Zweifel.

Ik twijfel er niet aan.

- Ich habe den ganzen Tag daran gedacht.
- Ich habe daran den ganzen Tag gedacht.

Ik heb er de hele dag aan gedacht.

Können Sie sich vorstellen, daran glauben,

stel je dan voor en geloof

Ich arbeite daran Materialien zu entwickeln,

Ik ben bezig om materialen te creëren

Unternehmen wie Gro arbeiten hart daran.

Bedrijven zoals Gro werken hard om dit waar te maken.

Denke daran, dass du Staub bist.

Gedenk dat gij stof zijt.

Denke daran, dass du sterben wirst.

Gedenk te sterven.

Wir denken daran, nach Boston zurückzuziehen.

We denken erover om naar Boston terug te verhuizen.

Ich muss mich daran erst gewöhnen.

- Ik moet dat nog gewoon worden.
- Ik moet mij daar nog aan wennen.

Denk bitte daran, den Brief abzuschicken.

Denk er alsjeblieft aan om de brief te posten.

Inzwischen habe ich mich daran gewöhnt.

Ik ben er nu aan gewend.

Jetzt erinnere ich mich wieder daran.

Nu herinner ik me het weer.

Jeder denkt daran, die Welt zu verändern, aber niemand denkt daran, sich selbst zu verändern.

Iedereen denkt erover om de wereld te veranderen, maar niemand denkt erover om zichzelf te veranderen.

- Ich dachte, dass du daran interessiert sein könntest.
- Ich dachte, dass Sie daran interessiert sein könnten.
- Ich dachte, dass Ihr daran interessiert sein könntet.

- Ik dacht dat je hierin wel geïnteresseerd zou zijn.
- Ik dacht dat je je hiervoor wel zou interesseren.
- Ik dacht dat je hiervoor wel belangstelling zou hebben.

- Du bist das schuld.
- Es ist deine Schuld.
- Du bist schuld daran.
- Ihr seid schuld daran.

Het is jouw schuld.

- Du musst daran arbeiten, deine Ehe zu retten.
- Sie müssen daran arbeiten, Ihre Ehe zu retten.

Je moet eraan werken om je huwelijk te redden.

Dass irgendwie alle anderen daran schuld sind,

dat op een of andere manier alle anderen de oorzaak zijn

Er setzt alles daran, seine Gene weiterzugeben.

...en doet alles om zijn genen door te geven.

Solange man nicht zu sehr daran riecht...

Zolang je er niet te veel aan ruikt.

Bislang weiß niemand, dass wir daran forschten

Niemand weet dat wij hieraan werkten

Wir sind daran gewöhnt, Schuhe zu tragen.

We zijn het gewend om schoenen te dragen.

- Wir erinnern uns.
- Wir erinnern uns daran.

We onthouden.

Sie ist daran gewöhnt, nachts lange aufzubleiben.

Zij is gewend laat op te blijven.

Ich habe den ganzen Tag daran gedacht.

Ik heb er de hele dag aan gedacht.

Ich wünschte, ich könnte mich daran erinnern.

Ik wou dat ik me kon herinneren.

Ich fange an, mich daran zu erinnern.

De herinneringen beginnen naar boven te komen.

Ich bin nicht daran gewöhnt, öffentlich aufzutreten.

Ik ben niet gewend voor publiek te spreken.

Ich habe daran den ganzen Tag gedacht.

Ik heb er de hele dag aan gedacht.

Sie ist daran gewöhnt, selbst zu kochen.

Ze is eraan gewend zelf te koken.

Denk daran, dass Tom eine Erdnussallergie hat.

Vergeet niet dat Tom allergisch is voor pinda's.

- Bitte erinnere mich daran, den Bericht morgen zu mailen.
- Bitte erinnere mich daran, den Bericht morgen zu verschicken.

Herinner mij het rapport morgen op te sturen alstublieft.

Und doch glaube ich von ganzem Herzen daran,

En toch geloof ik oprecht

Müssen wir daran denken, was wir hinterlassen wollen.

...en we moeten nadenken over wat we achterlaten.

Du wirst gut daran tun, ihn zu verlassen.

Het zou je goed doen om hem te verlaten.

Ich habe nie daran gedacht, Lehrer zu werden.

Ik heb er nooit aan gedacht om leraar te worden.

Ich bin daran gewöhnt, dass man mich auslacht.

Ik ben eraan gewend dat ik word uitgelachen.

Tu tätest besser daran, aufzupassen, was er sagt.

Je moet beter letten op wat hij zegt.

Es liegt daran, dass du ein Mädchen bist.

Dat komt doordat je een meisje bent.

Das liegt daran, dass du ein Mädchen bist.

Dat komt doordat je een meisje bent.

Hast du jemals daran gedacht, deinen Job aufzugeben?

Heb je er ooit aan gedacht om je baan op te zeggen?

Es ist nichts Schlimmes daran, schwul zu sein.

Er is niets mis met gay zijn.

Du musst daran arbeiten, deine Ehe zu retten.

Je moet eraan werken om je huwelijk te redden.

Ich habe mich daran gewöhnt, alleine zu leben.

Ik ben het gewend om alleen te wonen.

- Ich bin schuld daran.
- Es ist meine Schuld.

Dat is mijn fout.

- Hast du dich schon daran gewöhnt, im Studentenwohnheim zu wohnen?
- Habt ihr euch schon daran gewöhnt, im Studentenwohnheim zu wohnen?
- Haben Sie sich schon daran gewöhnt, im Studentenwohnheim zu wohnen?

Ben je gewend geraakt aan het leven in het studentenhuis?

"Du bist daran schuld, wie es mir heute geht."

'Het is jouw schuld dat het vandaag zo met mij gaat.'

Unser Team hat die letzten Jahre hart daran gearbeitet,

Ons team werkte de afgelopen jaren hard

Ich erinnere mich daran, diesen Film gesehen zu haben.

Ik weet nog dat ik de film gezien heb.

Hast du dich daran gewöhnt, im Studentenwohnheim zu wohnen?

Ben je gewend geraakt aan het leven in het studentenhuis?

Ich will, dass du und Tom gemeinsam daran arbeitet.

Ik wil dat jij en Tom hier samen aan werken.

Das liegt daran, dass du nicht allein sein willst.

Dat is omdat je niet alleen wilt zijn.