Translation of "Teig" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Teig" in a sentence and their dutch translations:

Oma streute Mehl auf das Nudelholz, damit der Teig nicht daran kleben blieb.

- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.