Examples of using "Finnisch" in a sentence and their dutch translations:
Ik spreek Fins.
Is het in het Fins geschreven?
De Finnen spreken Fins.
Fins is de taal van mijn vrouw.
Marika heeft me wat Fins geleerd.
Fins is de taal van mijn vrouw.
Fins is de taal van mijn vrouw.
Fins is een zeer interessante taal.
Velen hebben de indruk dat Fins zo'n moeilijke taal is.
Voor de Tweede Wereldoorlog lag de grens tussen Finland en de Sovjet-Unie bij Leningrad.