Examples of using "Geschrieben" in a sentence and their dutch translations:
Ik schreef dat.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebben jullie dit boek geschreven?
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Hebt u dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
Tom heeft dat boek geschreven.
Ik heb dat niet geschreven.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
Is het in het Fins geschreven?
Ik heb Tom geschreven.
Wat schreef Tom?
Dit boek is geschreven in het Engels.
Dat boek is geschreven in het Frans.
Heeft u wel eens een boek geschreven?
Wie heeft de brief geschreven?
Hij heeft twee boeken geschreven.
Wie heeft deze brief geschreven?
Haar naam was verkeerd gespeld.
- Haar naam was fout gespeld.
- Haar naam was verkeerd gespeld.
Wie heeft de Bijbel geschreven?
Hebt u dit boek geschreven?
Wie schreef dit gedicht?
Wie heeft een brief geschreven?
- Tom heeft twee boeken geschreven.
- Tom schreef twee boeken.
- Ik schreef duizend zinnen!
- Ik heb duizend zinnen geschreven!
- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?
Ze schreef veel gedichten.
- Emily schreef de zin.
- Emily heeft de zin geschreven.
Ze heeft verschillende boeken geschreven.
Hij heeft een brief geschreven.
Ik heb dit niet geschreven.
Zij heeft een brief geschreven.
Tom schreef vroeger liedjes.
Tom heeft dat boek geschreven.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
Gisteravond heb ik drie brieven geschreven.
Weet gij wie dat boek geschreven heeft?
"Wie heeft dit boek geschreven?" "John."
Heb je hem geen brief geschreven?
Dat boek is in het Engels geschreven.
- Hij schreef noch telefoneerde.
- Hij heeft niet geschreven noch gebeld.
- Hij heeft niet geschreven en ook niet gebeld.
Raad eens wie me heeft geschreven.
Maria schreef me een brief.
Jane heeft de brief zelf geschreven.
Heeft u wel eens een boek geschreven?
Wie heeft die twee brieven geschreven?
Dit boek is in het Frans geschreven.
Wie schreef deze twee brieven?
Ik heb deze zin niet geschreven.
Ik heb deze brief niet geschreven.
Ze heeft een nieuw boek geschreven.
Ja, hij heeft het al geschreven.
Hoeveel symfonieën heeft Beethoven geschreven?
Gisteren heeft hij een brief geschreven.
Was deze brief geschreven door Ken?
- Wie schreef deze twee brieven?
- Wie heeft deze twee brieven geschreven?
Gisteren heeft hij een brief geschreven.
Dit boek is geschreven in het Engels.
- Ze heeft mij een sms gestuurd.
- Ze heeft me ge-sms't.
Heb je dit sprookje alleen geschreven?