Examples of using "Schließt" in a sentence and their dutch translations:
Tom is de winkel aan het sluiten.
Wanneer sluit het?
Sluit jullie boeken.
De deur sluit automatisch.
Wanneer sluit het restaurant?
Tom is de winkel aan het sluiten.
- Ze sluit de deur.
- Ze doet de deur dicht.
Deze winkel sluit om negen uur 's avonds.
Weet je om hoe laat de winkel sluit?
De school sluit weldra wegens de zomervakantie.
De deur sluit automatisch na het buitengaan.
Wat leidt ge af uit haar ongewoon gedrag?
Ik wil graag de bank verlaten vóór de sluiting.
Mijn broer doet zijn ogen dicht als hij drinkt.
Dat sluit een andere mogelijkheid niet geheel uit.
...maar wie sluit zich bij de wilde katachtige aan... ...in de ultieme finale?
Ik zou graag hebben dat je de deur sluit wanneer je buiten gaat.
Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.
- Doe de deur toe, a.u.b.
- Sluit de deur alsjeblieft.
- Doe de deur dicht alsjeblieft.
- Doe de deur toe, a.u.b.
- Sluit de deur alsjeblieft.
- Doe de deur dicht alsjeblieft.