Translation of "Erledigen" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Erledigen" in a sentence and their dutch translations:

- Lass mich das erledigen.
- Lassen Sie mich das erledigen.

- Laat dat maar aan mij over.
- Laat mij dit afhandelen.

Erledigen Sie es morgen!

Doe het morgen.

Erledigen wir das sofort.

- Laten we het meteen afmaken.
- Laten we dit snel afhandelen.

Tom kann das erledigen.

Tom kan dit afhandelen.

- Wir haben Arbeit zu erledigen.
- Wir haben eine Aufgabe zu erledigen.

We hebben werk te doen.

- Hast du heute etwas zu erledigen?
- Haben Sie heute etwas zu erledigen?

Is er nog iets dat je moet doen vandaag?

Jemand wird den Job erledigen.

Iemand zal dat werk doen.

Lass mich meine Aufgabe erledigen.

Laat me m’n werk doen.

Ich muss morgen etwas erledigen.

Ik heb morgen dingen te doen.

Ich habe einen Job zu erledigen.

Ik heb werk te doen.

Hast du heute etwas zu erledigen?

Is er nog iets dat je moet doen vandaag?

Wir haben eine Aufgabe zu erledigen.

We hebben werk te doen.

Computer können extrem komplizierte Aufgaben erledigen.

- Computers zijn in staat tot het verrichten van extreem moeilijk werk.
- Computers zijn in staat om extreem gecompliceerd werk te doen.

Lass mich das auf meine Art erledigen.

Laat mij het op mijn manier doen.

Ich musste es vor halb drei erledigen.

Ik moest het voor half drie doen.

Ich habe heute eine Menge Arbeit zu erledigen.

Ik heb veel te doen vandaag.

Tom wollte nicht die Dreckarbeit für sie erledigen.

Tom wilde hun vuile werk niet doen.

Hast du alles geschafft, was du erledigen wolltest?

Heb je alles kunnen doen, wat je wilde doen?

Sag Tom, dass er das heute erledigen muss!

Vertel Tom dat hij dat vandaag moet doen.

- Erledige es morgen!
- Erledigen Sie es morgen!
- Mach's morgen!

Doe het morgen.

Tom hat Maria nicht unterrichtet, was zu erledigen war.

Tom heeft Maria niet verteld wat ze moest doen.

Ich habe eine Woche Zeit, um meine Hausaufgaben zu erledigen.

Ik heb een week de tijd om mijn huiswerk af te maken.

- Ich muss meine Hausaufgaben machen.
- Ich muss meine Hausaufgaben erledigen.

Ik moet mijn huiswerk doen.

- Ich habe viel zu tun.
- Ich habe viel zu erledigen.

Ik heb veel te doen.

Computer können eine sehr komplexe Arbeit im Bruchteil einer Sekunde erledigen.

Computers kunnen een heel ingewikkeld werk uitvoeren in een fractie van een seconde.

Hab ich genug Zeit um das zu erledigen, bevor Tomas kommt?

Hebben we de tijd dit af te maken voordat Tom komt?

Mir ist gerade eingefallen, dass ich noch etwas zu erledigen habe.

Ik herinner me net dat ik nog iets te doen heb.

- Überlass das mir.
- Lassen Sie mich das erledigen.
- Lass mich das machen!

Laat mij het doen.

Tom und Maria haben sich bereit erklärt, das für Johannes zu erledigen.

- Tom en Maria zeiden dat ze dat voor John zouden willen doen.
- Tom en Maria hebben gezegd dat ze dat voor John zouden willen doen.

Tom teilte mir mit, dass er ein paar Dinge zu erledigen hatte.

Tom vertelde me dat hij een paar dingen moest regelen.

- Es gibt noch viel zu tun.
- Es sind noch viele Dinge zu erledigen.

- Er moet nog veel gedaan worden.
- Er moet nog veel worden gedaan.

Putin sagte, dass es notwendig sei, die Terroristen auf dem Scheißhaus zu erledigen.

Poetin zei dat terroristen "in de plee in de week gezet" moeten worden.

Tom, kannst du den Abwasch erledigen, während ich mit Maria in den Garten gehe?

Tom, kan jij de vaat doen terwijl ik met Maria in de tuin ga?

- Ich habe diese Woche viel zu tun.
- Ich habe diese Woche vieles zu erledigen.

Ik heb veel te doen deze week.

- Überlass das mir.
- Überlasse das mir.
- Lass mich mich darum kümmern.
- Lass mich das erledigen.

Laat dat maar aan mij over.

- Es ist ein Kinderspiel, den Job bis Dienstag zu erledigen.
- Das wird ein Kinderspiel, bis Dienstag hiermit fertig zu werden.

Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.

- Schaffen Sie das in einem Tag?
- Können Sie das innerhalb eines Tages erledigen?
- Schafft ihr das in einem Tag?
- Schaffst du das in einem Tag?

- Kunt u het doen in één dag?
- Kun je het in één dag doen?

- Es gibt noch viel zu tun.
- Es ist noch viel zu tun.
- Es bleibt noch viel zu tun.
- Es sind noch viele Dinge zu erledigen.
- Es gibt noch eine Menge zu tun.

- Er blijft nog veel te doen.
- Er moet nog veel gedaan worden.
- Er moet nog veel worden gedaan.