Examples of using "Aufgabe" in a sentence and their dutch translations:
Deze taak is moeilijk.
- Dat is uw opgave.
- Dat is je opgave.
Deze taak is moeilijk.
Deze taak vraagt te veel van hem.
Dat is je werk.
Heb je het werk al af?
Wij horen bij die zoektocht.
Dit is dus een echt hoog niveau van cognitieve verwerking.
Hij is tegen de taak opgewassen.
Deze opgave is te eenvoudig.
Laat me m’n werk doen.
en de uitdaging om het uit te vogelen.
Een hele klus, dat snap ik,
Dit is een heel tijdrovende taak.
Ik dacht dat het mijn werk was.
Uiteindelijk heb ik mijn taak vervuld.
Het is een te zware taak voor mij.
Dit probleem gaat me te boven.
We hebben werk te doen.
- Laten we met dit probleem beginnen.
- Laten we met deze opgave beginnen.
En het is aan ons een manier te vinden om vertrouwen terug op te bouwen,
Paula werd voor een dringende zaak weggeroepen.
Hij heeft mij een nieuwe taak toebedeeld.
Hij vervulde de taak op eigen krachten.
- Ik sta versteld van dit probleem.
- Dit probleem verbijstert me.
...waarbij we allebei een andere rol hadden.
taak toe om Zwitserland zijn 'Act of Mediation' op te leggen, die hij
Het is een te gemakkelijke opgave voor hem.
Een land besturen is geen eenvoudige taak.
- De vervulling van die opdracht had veel tijd nodig.
- De vervulling van die opdracht nam veel tijd in beslag.
Mijn baas heeft mij die moeilijke opdracht gegeven.
Een vrouw gelukkig maken, dat is geen eenvoudige taak.
Ze denken dat hij niet geschikt is voor deze taak.
enkel nog maar de basisbehoeften in orde krijgen, was niet evident.
Deze open plek is een goede locatie... ...voor onze belangrijkste taak.
Hoewel hij nog jong is, is hij geschikt voor de taak.
Ik denk dat Tom niet de juiste persoon is voor dit werk.
Ik heb de hele dag lang aan dit probleem gewerkt.
Zij moeten de verantwoording nemen om onze gletsjers te beschermen.
Zijn eerste rol was het ondersteunen van de belegering van Saragossa.
Hij kreeg toen de moeilijke taak om een volksopstand in Tirol, geleid door Andreas Hofer, te
De taak is zo moeilijk dat ik ze niet kan volbrengen.
We hebben werk te doen.
Hij zou zijn plicht verzaken als hij die taak niet volbracht.
Hoewel het een heel moeilijke opgave is, zal ik mijn best doen.
Daar hij al oud is, gaat hij allicht moeite hebben om die taak tot een goed einde te brengen.
We hadden niet verwacht dat hij de opdracht in zo'n korte tijd zou maken.
Als eerste taak bij de televisie moest Maria een voetbalwedstrijd verslaan.
Het werk van een advocaat is om te bewijzen dat zijn cliënt onschuldig is.
Ik maak me zorgen of ik al dan niet zo’n zware taak aankan.
Het is moeilijk te zeggen wat goed is en wat niet, maar toch moet het.
Het is een te zware taak voor mij.
"Wie zal het Tom vertellen?" - "De keuze viel op John." - "Ik benijd hem niet om die opdracht."