Examples of using "Brown" in a sentence and their dutch translations:
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Kan ik met mevrouw Brown praten?
Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.
Kent gij mijnheer Brown?
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Is het mogelijk met mevrouw Brown te spreken?
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Mijnheer Brown leert zijn zoon Chinees.
Een zekere mijnheer Brown is vanmorgen gekomen.
Ik vind dat we met meneer Brown moeten praten.
Hij staat op goede voet met meneer Brown.