Examples of using "Herrn" in a sentence and their dutch translations:
Kent gij mijnheer Brown?
Ken je meneer Bingley?
Kent u de heer Takahashi?
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Kent u de heer Takahashi?
- Kent u dhr. Bingley?
- Ken je meneer Bingley?
Glimlachend begroette ze de heer Kato.
Mijnheer Grey genoot niet van zijn werk.
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Hij staat op goede voet met meneer Brown.
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Ik wil spreken met M. Sato alstublieft.
- De hond volgde zijn baas met kwispelende staart.
- De hond volgde kwispelend zijn baasje.
Hij kent de heer Davidson goed.
Begeleid de meneer naar de uitgang!
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Ze hebben meneer White als manager aangesteld.
Ik heb mijnheer Smith bij mij gevraagd.
Meneer White's tuin is groot.
Herinner je je meneer Saito?
Hij staat op goede voet met meneer Brown.
Wat is de voornaam van mijnheer Johnson?
Glimlachend begroette ze de heer Kato.
Morgen ga ik het huis van meneer Braun bezoeken.
We hebben de heer Grey voorzitter van de commissie gemaakt.
Hij zuipt als geen ander.
Je moet in contact blijven met meneer Smith.
We zijn van plan om morgen bij meneer Smith op bezoek te gaan.
Kent gij toevallig een heer met de naam Braun?
"Kan ik met mijnheer Nakagawa spreken?" "Dat ben ik."
Ik vind dat we met meneer Brown moeten praten.
- De kamer van mijnheer Johnson was een grote.
- De kamer van de heer Johnson was een grote kamer.
"Is dit echt een natuurlijke uitdrukking?" "Laten we het meneer Google vragen."
Als het op snurken aankomt kan niemand meneer Snurk verslaan.
De dokter zei tegen meneer Smith dat hij roken moest opgeven als hij lang wilde leven.
We zagen meneer Sato de kamer verlaten.
Een verstandige vogel kiest zijn boom. Een wijze dienaar kiest zijn meester.
Misschien is het mijnheer Sato die deze bloemen gestuurd heeft.