Translation of "Beschreiben" in Dutch

- Können Sie den Gegenstand beschreiben?
- Kannst du das Objekt beschreiben?
- Könnt ihr den Gegenstand beschreiben?
- Kannst du das Ding beschreiben?

Kunt ge het voorwerp beschrijven?

Beschreiben Sie den Unfall detailliert.

Beschrijf dat ongeval in detail.

Beschreiben Sie Ihr ideales Frühstück.

Beschrijf uw ideale ontbijt.

Das ist schwer zu beschreiben.

Dat is moeilijk te beschrijven.

Können Sie Ihre Bauchschmerzen beschreiben?

- Kun je je buikpijn beschrijven?
- Kunt u uw buikpijn beschrijven?

Lassen Sie es mich anders beschreiben.

Laat ik dit anders uitleggen.

- Beschreibe ihn.
- Beschreibt ihn.
- Beschreiben Sie ihn.

Beschrijf hem.

- Beschreibe sie.
- Beschreiben Sie sie.
- Beschreibt sie.

Beschrijf ze.

Ich würde die Sandrasselotter als kompletten Albtraum beschreiben.

Ik zou de zaagschubadder beschrijven als een complete nachtmerrie.

Mir fehlen die Worte, um meine Emotionen zu beschreiben.

Ik heb geen woorden om mijn gevoelens te beschrijven.

Tom ist der einzige, der diese Sache nicht beschreiben kann.

Dit kan Tom echt niet alleen hebben geschreven.

Wissenschaftler nutzen sie um zu beschreiben, wie ansteckend eine Krankheit ist.

Wetenschappers gebruiken het om aan te tonen hoe besmettelijk een ziekte is.

Der ist so furchtbar, dass es sich nicht mit Worten beschreiben lässt,

Die smaak is zo goor, dat is niet in woorden uit te drukken,

Er hat mich beeinflusst, ich weiß nicht, wie ich es beschreiben soll. “

Hij maakte indruk op me, ik weet niet hoe ik het moet beschrijven. "

- Worte können meine Gefühle nicht beschreiben.
- Meine Gefühle lassen sich durch Worte nicht vermitteln.

Ik kan mijn gevoelens niet met woorden uitdrukken.

- Kannst du mir den Dieb kurz beschreiben?
- Können Sie mir eine kurze Beschreibung des Diebs geben?

- Kan je me een korte beschrijving van de dief geven?
- Kan je de dief kort beschrijven?