Examples of using "Könnt" in a sentence and their dutch translations:
Jullie kunnen tv kijken
Kunnen jullie lezen?
- Jullie kunnen me geloven.
- Jullie mogen me geloven.
Kunnen jullie ze zien?
Kunnen jullie het openen?
Kunnen jullie ons helpen?
Jullie kunnen niets bewijzen.
Kunnen jullie me vergeven?
Kunnen jullie dat herhalen?
Jullie kunnen op hem rekenen.
- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem rekenen.
- Jullie kunnen op hem rekenen.
Kunnen jullie het raadsel oplossen?
Waarom kunnen jullie niet komen?
Kunnen jullie me het leren?
Kunnen jullie tot morgen wachten?
Kunt ge mij het stelen aanleren?
- Je mag gaan.
- Jullie mogen gaan.
- U mag gaan.
Spreken jullie Frans?
Kun je zwemmen?
Kunnen jullie ook in het Italiaans tellen?
Ik hoop dat jullie kunnen komen.
- Je kunt hier studeren.
- U kunt hier studeren.
- Jullie kunnen hier studeren.
U weet dat u me kunt vertrouwen.
- Kun je me horen?
- Hoor je mij?
- Hoort u mij?
- Hoor je me?
- Kan je me horen?
- Ben ik te horen?
Hoe kunt u daar zo zeker van zijn?
Jullie mogen alles eten wat je wilt.
Kunt gij paardrijden?
Kunnen jullie mijn lekke band nu repareren?
Kunt u ons helpen?
Kunnen jullie me vertellen waar het station is?
Over twee maanden kun je het eten.
Jullie kunnen hier in deze kamer lunchen.
Je kunt binnenkomen.
Kun je zwemmen?
- Kun je helpen?
- Kunnen jullie helpen?
- Kan je lezen?
- Kunnen jullie lezen?
- Kunt u lezen?
Jullie kunnen daarop wachten tot sint-juttemis!
- Kunt u Frans spreken?
- Kan je Frans spreken?
- Kunnen jullie Frans spreken?
- Je kunt uitrusten.
- Je kan uitrusten.
Kun jij me alsjeblieft helpen?
Kunnen jullie dat raadsel oplossen?
- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem vertrouwen.
Kunt ge mij het stelen aanleren?
Mag dat wel?
- Je mag me geloven.
- U kunt me geloven.
- U mag me geloven.
- Kunt gij autorijden?
- Kunt u autorijden?
- Kan je rijden?
- Kan u rijden?
Kan je Toki Pona spreken?
- Kunnen jullie me vergeven?
- Kunt u me vergeven?
- Kan je mij vergeven?
Kan u Tom zien?
- Kan je ons helpen?
- Kunt u ons helpen?
- Kunnen jullie ons helpen?
- Kan je het zien?
- Kun je het zien?
- Kunt u het zien?
- Kunnen jullie het zien?
- Kunnen jullie ons beschermen?
- Kan je ons beschermen?
- Kunt u ons beschermen?
Kunnen jullie alsjeblief je mond houden?
Kunt ge mij leren vliegen?
Spreekt u Frans?
Blijf niet in bed tenzij u geld in bed kunt verdienen.
Kan je ver kijken?
- Kan je vanavond komen dineren?
- Kunt u vanavond komen dineren?
Kun je Tom ophalen?
- Je kan tv kijken.
- U kunt tv kijken.
- Jullie kunnen tv kijken
Kan je het horen?
Je mag nu binnenkomen.
Team, kun je me iets brengen waarmee ik kilometers kan maken?
Kunt ge het niet uitstellen tot morgen?
Laat ons weten of ge kunt komen.
Jullie mogen alles eten wat je wilt.
- Kan je rauwe oesters eten?
- Kunt u rauwe oesters eten?
- Kunnen jullie rauwe oesters eten?
- Waarom kunt ge niet komen?
- Waarom kan je niet komen?
- Waarom kunnen jullie niet komen?
- Waarom kunt u niet komen?
Hoeveel talen kan je spreken?
Kan je komen?
Dat kun je niet maken.
Kunt u uw antwoord toelichten?
Wat kan je nog meer doen?
- Wat kan je mij geven?
- Wat kunt u mij geven?
Je kunt dat niet ontkennen.
- Je kan nog niet vertrekken.
- Je kan nog niet gaan.
- Jullie kunnen niets bewijzen.
- Je kunt niets bewijzen.
Je kunt vandaag vrij nemen.
- Kun je later niet stofzuigen?
- Kunt u later niet stofzuigen?
- Kunnen jullie later niet stofzuigen?
Je kan me niet verslaan.
Je kan hier niet zwemmen.
- Je mag gaan.
- U mag gaan.
- Kan je een geheim bewaren?
- Kunnen jullie een geheim bewaren?
- Kunt u een geheim bewaren?
- Je kunt het gratis krijgen.
- U mag het voor niets hebben.
- Je kunt wachten tot de koeien thuiskomen!
- U kunt wachten tot de koeien thuiskomen!
- Jullie kunnen wachten tot de koeien thuiskomen!
- Je kunt daarop wachten tot sint-juttemis!
- U kunt daarop wachten tot sint-juttemis!
- Jullie kunnen daarop wachten tot sint-juttemis!
Je mag het huis houden.