Examples of using "Benzin" in a sentence and their dutch translations:
Benzine wordt per liter verkocht.
Onze benzine is op.
- Onze benzine is op.
- We hadden geen benzine meer.
We hadden geen benzine meer.
Onze benzine is op.
Tom had geen benzine meer.
Benzine wordt gebruikt als brandstof.
Moet ik voor de benzine betalen?
- We hebben geen benzine meer.
- Onze benzine raakt op.
We hadden geen benzine meer.
De auto rijdt op benzine.
Onze benzine is op.
We hebben zo geen benzine meer.
Ik ruik gas.
We hadden geen benzine meer.
We hadden geen benzine meer.
Midden op het kruispunt vielen we zonder benzine.
Een auto is een instrument dat benzine omzet in overgewicht.
Tom zat zonder benzine en kwam daardoor te laat op de vergadering.
We moeten een tankstation vinden omdat deze auto binnenkort geen benzine meer zal hebben.