Translation of "Bedauern" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Bedauern" in a sentence and their dutch translations:

Das wirst du noch bedauern.

Ooit zal het u spijten.

Ich kann das Vorkommnis nur bedauern.

Ik kan het gebeurde alleen maar betreuren.

- Das wird er bereuen.
- Er wird es bedauern.

- Hij zal er spijt van krijgen.
- Zij zal er spijt van krijgen.
- Hij zal het betreuren.
- Zij zal het betreuren.

- Früher oder später wird er es bereuen.
- Er wird es früher oder später bedauern.

Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.

- Wir bedauern es, Ihnen mitzuteilen, dass Ihre Bewerbung abgelehnt wurde.
- Wir müssen Ihnen leider mitteilen, dass Ihre Bewerbung abgelehnt wurde.

- Ik moet u helaas mededelen dat uw sollicitatie geweigerd is.
- Tot mijn spijt moet ik u mededelen dat uw sollicitatie geweigerd is.