Examples of using "Bereuen" in a sentence and their dutch translations:
Je zult er spijt van krijgen!
Daar krijgt ge nog spijt van!
Je zult er geen spijt van krijgen.
Ze gaat hier spijt van krijgen.
Daar krijgt ge nog spijt van!
Je zult er spijt van krijgen!
U zult er geen spijt van krijgen!
Je zult er geen spijt van krijgen.
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
- Hij zal er spijt van krijgen.
- Zij zal er spijt van krijgen.
- Hij zal het betreuren.
- Zij zal het betreuren.
Als je er een tegenkomt, zal het je spijten.
Ik wil er niet de rest van mijn leven spijt van hebben.
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.