Translation of "Mitzuteilen" in Dutch

Ich habe Ihnen rein gar nichts mitzuteilen.

Ik heb absoluut helemaal niks te zeggen.

Tom sagte, dass er dir etwas mitzuteilen habe.

Tom zei dat hij je iets te zeggen had.

Tom rief an, um mitzuteilen, dass er sich verspäten würde.

Tom heeft gebeld om te zeggen dat hij te laat zal zijn.

Ich mache weite Reisen und versuche etwas mitzuteilen, das der Schlüssel für die Zukunft ist.

Ik reis zoveel om iets over te brengen... ...wat belangrijk zal zijn in de toekomst.

Ich rief sie an, um ihr mitzuteilen, dass sie ihr Telefon bei mir vergessen hatte, doch sie meldete sich nicht.

Ik belde haar om haar te zeggen, dat ze haar mobieltje bij mij had laten liggen, maar ze antwoordde niet.

- Wir bedauern es, Ihnen mitzuteilen, dass Ihre Bewerbung abgelehnt wurde.
- Wir müssen Ihnen leider mitteilen, dass Ihre Bewerbung abgelehnt wurde.

- Ik moet u helaas mededelen dat uw sollicitatie geweigerd is.
- Tot mijn spijt moet ik u mededelen dat uw sollicitatie geweigerd is.