Examples of using "Früher" in a sentence and their dutch translations:
IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
Hoe vroeger ik naar bed ga, hoe vroeger ik opsta.
Ze was vroeger bankbediende.
Vroeger was alles beter.
Tom was eens gezond.
Tom rookte vroeger.
Ik dronk gewoonlijk bier.
Je rookte.
Hoe vroeger, hoe beter.
De asperge-oogst begint dit jaar vroeger.
Je moet iets vroeger opstaan.
Ook de toekomst was vroeger beter.
- Dat had je me eerder moeten vertellen.
- Dat had je me eerder moeten zeggen.
Het is net avond in Zuid-Afrika.
Een vroege afstammeling van onze primatenfamilie.
Je moet iets vroeger opstaan.
We hadden vroeger moeten vertrekken.
- Mijn moeder was vroeger dol op tennis.
- Mijn moeder hield vroeger van tennis.
- Sorry van daarnet.
- Sorry voor daarnet.
Ze heeft vroeger basketbal gespeeld.
Tom had vroeger moeten weggaan.
Ik was vroeger net als Tom.
- Ze stond voor de klas.
- Ze was docent.
Je moet iets vroeger opstaan.
- Ze was gewoon bier te drinken.
- Zij was gewend om bier te drinken.
Ik haatte Boston.
Waarom kom je niet eerder?
Tom schreef vroeger liedjes.
Zien we elkaar al vroeger?
Was je nou maar eerder gekomen.
- IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
- IJsland behoorde eerder tot Denemarken.
Toronto heette vroeger Fort York.
- IJsland behoorde vroeger toe aan Denemarken.
- IJsland behoorde eerder tot Denemarken.
Tom woonde vroeger in Boston.
Tom was vroeger de kamergenoot van Johan.
Waarom ben je vroeg weggegaan?
Ik zie Tom vaak vroeg vertrekken.
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
Waarom heb je dit eerder niet gezegd?
Je moet vroeg naar huis gaan.
Ik heb dat vroeger al eens gehoord.
Vroeg of laat gaan we allemaal dood.
Vroeg of laat gaan we dood.
Ik ben eerder opgestaan dan normaal.
Ook de toekomst was vroeger beter.
Deze bloemen bloeien vroeger dan andere.
Ik woonde vroeger in Kobe.
- Volgende keer zal ik eerder komen.
- Volgende keer zal ik vroeger komen.
Tom was vroeger bang voor honden.
Tom rookte vroeger.
Tom arriveerde drie minuten te vroeg.
Waarom kom je niet eerder?
Vroeg of laat gaat het gebeuren.
Tom ging vroeger met Maria naar school.
Vroeg of laat zal hij me alles vertellen.
Vroeg of laat zal zijn geluk het laten afweten.
Vroeg of laat zal hij me alles vertellen.
Je had het me eerder moeten laten weten.
Vroeg of laat zullen we het doen.
Vroeger reed mijn vader een Kever.
Mijn moeder staat eerder op dan ik.
Vroeg of laat moeten we allemaal sterven.
Ik laat mijn werknemers toe om vroeg te vertrekken.
Vandaag wil ik vroeger naar bed gaan.
Vroeger heersten de koningen en keizers zonder parlement.
Hij is niet dezelfde als voorheen.
Vroeger heeft de monteur veel meer genomen.
Ik zal de volgende keer eerder komen.
Bell woonde vroeger in Londen, of niet?
Gisteren kwam Tom vroeger aan dan gewoonlijk.
Vroeg of laat zal hij er spijt van krijgen.
Vroeger at ik pizza, nu niet meer.