Examples of using "Abzuheben" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben naar de bank geweest om geld op te nemen.
Ik ben naar de bank geweest om geld op te nemen.
Veel mensen gebruiken pinautomaten om geld op te nemen.
Opstijgen is makkelijker dan landen.
Ze was van plan al haar spaargeld van de bank te halen.