Examples of using "Voulais" in a sentence and their dutch translations:
Ik wilde meer.
- Ik wilde u helpen.
- Ik wilde je helpen.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Wilde je iets?
Ik wou het uitdelen.
Ik wou iets doen,
Ik wilde dit.
Ik wilde dood.
Ik wilde je helpen.
Ik wilde haar verrassen.
Ik had ’t jullie willen vertellen.
Ik wou het je tonen.
- Ik wilde het niet!
- Ik wilde dat niet.
Ik wilde je verrassen.
Ik wilde in Parijs wonen.
Ik wou gewoon dat je me aanvaardde.
Ik wilde weten waarom.
Ik wilde vechten.
Ik wilde vrij zijn.
Ik wilde niks.
Ik wilde haar vleien.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.
- Ik wou het delen.
- Ik wou het verdelen.
- Ik wou dat niet!
- Ik wilde het niet!
Ik wilde je ontmoeten.
Ik wilde dit benadrukken.
Ik wilde mezelf voorstellen.
Wilde je me zien?
Ik wilde dat benadrukken.
Ik wou alleen maar helpen.
Ik wilde gewoon mijn e-mail checken.
Dit is precies wat ik wou.
- Ik wou niet gezien worden.
- Ik wou niet worden gezien.
Daar wilde ik bij horen.
- Ik wilde een bus huren.
- Ik wilde een touringcar huren.
Ik wou hen mijn waardering tonen.
Ik wilde rode schoenen.
Ik wilde niemand beledigen.
Ik wilde dat niet.
Ik wilde dat niet.
Ik heb je precies gebracht waar ik wilde dat je naartoe ging.
- Ik wou je gewoon enkele vragen stellen.
- Ik wou jullie gewoon enkele vragen stellen.
- Ik wou u gewoon enkele vragen stellen.
Ik wilde alleen kijken wat er zou gebeuren.
- Ik wilde je alleen maar zeggen hoe blij ik ben.
- Ik wilde u gewoon meedelen hoe verheugd ik ben.
- Ik wilde jullie alleen maar laten weten hoe blij ik ben.
Ik wilde het hele probleem begrijpen.
Je kunt jezelf wel voor je kop slaan, want...
Dit is precies wat ik wou.
Ik wou gewoon dat je me aanvaardde.
Wilde je me over vrijheid vertellen?
Ik heb vandaag geprobeerd om niet te huilen.
Ik wilde je niet doen schrikken.
Dit is precies wat ik wou.
Ik wilde het niet doen.
Ik wou naar het concert gaan.
Ik dacht dat je wilde komen.
Ik wou je de waarheid vertellen.
Is dit echt wat je wilde?
Ik wilde je verrassen.
Ik wou niet gezien worden.
Ik wilde nooit trouwen.
Ik wilde weglopen met Tom.
Ik wou hem slaan, maar hij liep van mij weg.
Ik wilde weer in beweging komen
- Ik wilde niet dat dit zou gebeuren.
- Ik had niet gewild dat dit gebeurde.
Je wilde toch "nee" tegen hem zeggen?