Examples of using "M'y" in a sentence and their dutch translations:
Ik word eraan gewoon.
- Ik moet dat nog gewoon worden.
- Ik moet mij daar nog aan wennen.
- Ik moet daar nog aan wennen.
Ik moet mij daar nog aan wennen.
Bedankt dat je me eraan herinnert.
Ik hoop dat ik in juni kan gaan.
Ik had het niet verwacht.
Ik ben ertegen.
Ik ga meteen aan de slag.
Ik moet er dringend heen.
Ik vermijd daar laat op de avond naartoe te gaan.
Wat mij betreft, zou ik het kunnen uittesten.
Ik weet niet, hoe je daar komt.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Hierop was ik aan het wachten.
Zelfs als het hard regent, ga ik.
- Ik was van plan om te gaan, maar ben het vergeten.
- Ik wilde gaan, maar vergat het.
Mag ik gaan?
Ik kan het proberen.
Ik ben niet zo thuis in computers.
Ik zou graag met je meegaan.
Ik ben bang om te gaan.
Hierop was ik aan het wachten.
Ik ging daar gisteren heen.
Ik ben daarnaartoe gegaan per bus en per trein.
Ik ging niet.
Ik ben ook bang dus ik ga niet.
Ik heb nog niet besloten of ik erheen wil gaan.
Hoe hard ik ook oefende, het lukte me niet de rugslag te doen.
Aangezien mijn moeder ziek was, kon ik er niet heen.
Mag ik gaan?
Ik kan niet alleen gaan.
Ik moet alleen gaan.
Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?
Ik wil daar nog een keer heen.
- Ik ben er gisteren naartoe gegaan.
- Ik ging daar gisteren heen.
Ik ga niet.
Ik heb het altijd al willen proberen.
Ik kan niet gaan.
Ik ben daarnaartoe gegaan per bus en per trein.
Ik blijf liever thuis dan dat ik alleen ga.
- Ik kan daar niet naartoe, want ik ben ziek.
- Ik kan er niet naartoe want ik ben ziek.
Ik kan er niet heen gaan want ik ben ziek.
Ze smeekte me met haar mee te gaan.