Examples of using "T'aider" in a sentence and their dutch translations:
Moet ik je helpen?
We willen je helpen.
Ik kan je helpen.
Hij gaat je helpen.
Sta me toe je te helpen.
Ik wilde je helpen.
Kunnen we helpen?
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
Ik ben bereid u te helpen.
Ik kan je onmogelijk helpen.
Ik zou je graag willen helpen.
Ik zal u met plezier helpen.
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
Hij kan je niet helpen.
Dat zal je niet helpen.
Wie kan je helpen om Duits te leren?
Ik wil jou graag helpen.
Ik vind het jammer dat ik je niet kan helpen.
Sta op en God kan je helpen!
Jammer genoeg kunnen wij je morgen niet helpen.
- Ik kan je helpen.
- Ik kan jullie helpen.
- Ik kan u helpen.
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
Laat me helpen.
- Ik wilde u helpen.
- Ik wilde je helpen.
Ik denk niet dat ik je kan helpen.
Ik denk dat hij je niet kan helpen.
Wat kan ik nog meer doen om u te helpen?
Als ik tijd had, kon ik je helpen.
Ik denk dat hij je niet kan helpen.
Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.
Rustig a.u.b., wij zullen u helpen.
- Niemand kan je helpen.
- Niemand kan u helpen.
- Niemand kan jullie helpen.
Kan ik je helpen?
Ik kan je niet helpen.
Ik kan niet helpen, want ik ben bezig.
Hij kan je niet helpen.
Ik zal je helpen.
- Tom kan je niet helpen.
- Tom kan u niet helpen.
- Tom kan jullie niet helpen.
- Niemand kan u helpen, Tom.
- Niemand kan je helpen, Tom.
- Dat zal u niet helpen.
- Dat zal je niet helpen.
- Ik kan je niet helpen.
- Ik kan jullie niet helpen.
Laat me je helpen.
- Ik wil u niet helpen.
- Ik wil jullie niet helpen.
- Ik wil je niet helpen.
- Ik ben bereid u te helpen.
- Ik ben bereid om je te helpen.
Ik ben hier gekomen om je te helpen.
- Ik vind het jammer dat ik je niet kan helpen.
- Het spijt me dat ik je niet kan helpen.
- Moet ik je helpen?
- Heb je hulp nodig?
- Zal ik je even helpen?
Wie kan je helpen om Duits te leren?
- Tom kan je nu niet helpen.
- Tom kan u nu niet helpen.
Als ik tijd had, kon ik je helpen.
Waarom ben je zo somber over de toekomst? Een beetje optimisme zou je verder kunnen helpen.
Ik kreeg te horen dat ik je moest helpen.
- Hoe kan ik u helpen?
- Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Ik zal u niet helpen.
- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.
Kunnen we helpen?
Ik kan u op dit moment gewoon niet helpen.
- Waarmee kan ik u op dit moment helpen?
- Wat kan ik doen om je nu te helpen?
Waarom wil je per se je schoolkosten zelf betalen, terwijl je ouders bereid zijn je financieel te steunen?
- Met plezier zal ik je helpen.
- Ik zal je met plezier helpen.
- Ik help je graag.
Ik zal je zoveel als ik kan helpen.
Vraag me nooit meer om je te helpen.