Examples of using "Traversa" in a sentence and their dutch translations:
Tom stak de straat over.
Er stak een rat de weg over.
Een kat rende de straat over.
- De nagel ging door de muur.
- De spijker ging door de muur.
De trein ging door een tunnel.
De vluchteling stak de rivier over.
- Het schip vaarde door het Suezkanaal.
- Het schip voer door het Suezkanaal.
Hij zwom de rivier over.
De oude man stak voorzichtig de straat over.
- Het schip vaarde door het Suezkanaal.
- Het schip voer door het Suezkanaal.
- Ze ging de straat over.
- Ze is de straat overgestoken.
- De nagel ging door de muur.
- De spijker ging door de muur.
De vluchteling stak de rivier over.
Er stak een rat de weg over.
- Het schip vaarde door het Suezkanaal.
- Het schip voer door het Suezkanaal.
- Hij stak de straat over bij roodlicht.
- Hij liep bij roodlicht naar de overkant.
- Hij is de weg bij roodlicht overgestoken.