Examples of using "Souffla" in a sentence and their dutch translations:
- Hij heeft geen woord gezegd.
- Hij zijn geen enkel woord.
- Tom heeft de kaarsen uitgeblazen.
- Tom heeft de kaars uitgeblazen.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.
Hij blies op zijn vingertoppen.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.
- Hij zei geen woord.
- Hij zei helemaal niets.
- Hij heeft geen woord gezegd.
- Hij zijn geen enkel woord.
Ze fluisterde me toe dat ze honger had.