Examples of using "Résister" in a sentence and their dutch translations:
Hij kon het niet weerstaan.
Hou op met je te verzetten!
Wie kan zo'n aanbod nou weerstaan?
- Ik kon de drang om te applaudisseren niet weerstaan.
- Ik kon het niet weerstaan om te applaudisseren.
"Het is zo verleidelijk, hij kon het niet laten."
Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
Om de klimaatverandering aan te kunnen, moeten we samenwerken.
Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
Ik kan aan alles weerstaan behalve aan verleiding.
dat de natuur geen partij is voor ons intellect --
Mijn huis is ontworpen om een aardbeving te weerstaan.
Mortier zei tegen zijn mannen: 'We hebben niet genoeg troepen om hun grote legers lang te weerstaan;
Een stevige constructie moet weerstaan aan krachten van winden, aardbevingen, tsunami's, zelfs van bommen, en natuurlijk het gewicht van sneeuw in landen, waar het soms sneeuwt. Bovendien mag ze niet vernield worden door zure regen.