Examples of using "Non " in a sentence and their dutch translations:
Ik wil niet!
Neen!
Nee.
- Geweldig, hè?
- Verbazingwekkend, nietwaar?
- Fantastisch, nietwaar?
Oh nee! Echt?
Ja of neen?
Nee, nee en nogmaals nee!
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Ik ben paranoïde aan het doen, nietwaar?
Het lijkt op sneeuw, is het niet?
Hij is niet hier, toch?
Iedereen ging daar toch heen?
Dat is niet echt een verrassing toch?
Och nee! Mijn huis staat in brand!
Jij bent een vriend van Tom, toch?
Kom je of niet?
- Je bent vast moe.
- Je bent moe, niet?
- Je bent moe, nietwaar?
Als we wisten wat we deden zou het geen onderzoek heten, toch?
Kom je of niet?
Jij bent een vriend van Tom, toch?
Jij bent een vriend van Tom, toch?
"Wist je dat de dochter van de buurman al getrouwd is?" "Je zegt niet! Ze is pas achttien!"