Examples of using "Allés" in a sentence and their dutch translations:
Ze gingen er allemaal naartoe.
Zij gingen vissen.
We zijn naar het museum gegaan.
Iedereen ging daar toch heen?
We gingen naar Boston.
We zijn ook naar de tempel geweest.
We gingen skiën in Canada.
We gingen naar het strand.
Ze gingen gisteren naar de bioscoop.
Ze zijn allemaal naar het restaurant gegaan.
Ben jij ooit in India geweest?
Ze gingen naar de dierentuin.
Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.
We gingen naar het park om te spelen.
Vorige zomer gingen we naar Hokkaido.
Ze zijn met de auto naar Chicago gegaan.
- De kinderen zijn al naar school vertrokken.
- De kinderen zijn al naar school.
We reden per bus naar het congres.
We zijn met de bus naar Boston gegaan.
We gingen naar de bergen om te skiën.
We hebben samen een lange wandeling gemaakt.
We gingen naar het park om te spelen.
Ze hebben zich niet ingehouden.
Ze gingen lunchen in een duur restaurant.
Ondanks de regen gingen de kinderen naar school.
Rie en ik gingen naar dezelfde school.
De wolf en het lam gingen naar dezelfde beek.
Omdat het zo heet was, zijn we gaan zwemmen.
We gingen naar het park om baseball te spelen.
De astronauten gingen naar de maan in een raket.
Tom en Maria zijn met mij naar Boston gekomen.
Gisteren zijn mijn vrouw en ik naar het theater geweest.
We zijn naar het museum gegaan.
Ze gingen naar de dierentuin.
Ze gingen lunchen in een duur restaurant.
Zaterdag zijn we naar de film geweest en daarna naar het restaurant.
We gingen naar de kerk.
We zijn naar de dierentuin geweest.
Wij zijn naar London gegaan.
Nadat het kerstfeest voorbij was, gingen we allemaal naar buiten om te zingen.
Het restaurant waar we naartoe gingen was niet te duur.
Herinner je je die keer dat we samen naar Boston gingen?
- We gingen naar de berg om te skiën.
- We gingen naar de bergen om te skiën.
We zijn ver gekomen en moeten niet opgeven. Geef nooit op.
Herinner je je de keer dat we naar Parijs gingen?
- Ze gingen naar het strand.
- Ze zijn naar het strand gegaan.
- Ze zijn gaan surfen.
- Ze gingen surfen.
Herinner je je die keer dat we samen naar Boston gingen?
We gingen naar een Italiaanse pizzeria.
- We hebben gewandeld.
- We wandelden.
We gingen naar een restaurant.
We bleven tot twee uur 's nachts voor hem op en gingen toen uiteindelijk naar bed.
Ze zouden een betere wisselkoers hebben gekregen als ze naar een bank zouden zijn gegaan.
Tom kon ons niet komen opzoeken met Kerstmis, dus gingen we naar hem toe.
Dit is al de vijfde keer dat de vrienden niet naar de gymles gingen.
We gingen kleiduiven schieten.
Herinner je je de keer dat we naar Parijs gingen?
Gisteren zijn mijn vrouw en ik naar het theater geweest.
- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?
Vorig jaar zijn wij gaan fietsen in Denemarken.
- De kinderen zijn al naar school vertrokken.
- De kinderen zijn al naar school.
Het restaurant waar we naartoe gingen was niet te duur.
Wij gingen naar het strand om te zwemmen.
Bent u al eens in Japan geweest?
Omdat het zo heet was, zijn we gaan zwemmen.
- Waar was je heen gegaan?
- Waar ging je net heen?
Door de harde regen zijn we niet gaan vissen.
- Ben je ooit gaan skiën?
- Bent u ooit gaan skiën?
- Zijn jullie ooit gaan skiën?
- Waar ging je heen?
- Waar ben je geweest?
- Waar was je heen gegaan?
- Waar zijn jullie geweest?
- Waar was je heen?
- Waar gingen jullie heen?
- Waar waren jullie heen?
- Ben je nog niet naar de slager gegaan?
- Bent u nog niet naar de slager gegaan?
- Zijn jullie nog niet naar de slager gegaan?
Wanneer ben je gisteren naar bed gegaan?