Translation of "Nommer" in Dutch

Mais cessez de les nommer « folie ».

maar noem het niet langer idioot druk.

Je vais vous en nommer quelques-unes.

Ik vertel er een paar.

Mais lorsqu'on a demandé à Napoléon, en exil à Sainte-Hélène, de nommer son meilleur général, il a répondu:

Maar toen Napoleon, in ballingschap op Sint-Helena, werd gevraagd zijn beste generaal te noemen, antwoordde hij:

Ce jour-là de 1887, parut à Varsovie, une brochure de Louis Lazare Zamenhof traitant de « Langue Internationale ». Sa taille était modeste, sa devise ambitieuse : « Pour qu'une langue soit internationale, il ne suffit pas de la nommer ainsi. » Comme nom d'auteur était indiqué : « Docteur Espéranto ».

Op die dag in 1887 verscheen in Warschau een brochure van Ludwik Lejzer Zamenhof over een "Internationale Taal". Het was bescheiden van omvang, het motto mikte hoog: "Opdat een taal internationaal zou zijn, volstaat het niet ze zo te noemen". Als auteursnaam stond aangeduid "Doctor Esperanto".