Examples of using "Maire" in a sentence and their dutch translations:
Bel de burgemeester.
Hij kent de burgemeester.
We verkozen hem tot burgemeester.
We verkozen hem tot burgemeester.
Hij werd verkozen tot burgemeester.
Ze verkozen haar tot burgemeester.
De burgemeester is nu niet beschikbaar.
Hij was burgemeester.
Hij was burgemeester.
Het is de burgemeester die het huwelijk tussen de twee jonge mensen zal voltrekken.
Hij kent de burgemeester.