Examples of using "Connaît" in a sentence and their dutch translations:
Hij kent de burgemeester.
Niemand kent de toekomst.
Tom kent Maria.
Maria kent haar.
Peter kent Paul.
Maria kent hen.
Kent ze mij?
Niemand kent de toekomst.
Wie anders kent uw geheim?
Iedereen kent de wet.
Tom kent jou niet.
Hij kent de waarheid.
Iedereen kent de wet.
Hij kent de burgemeester.
Niemand kent de toekomst.
Hij kent Moskou goed.
Ze weet veel over de laatste mode.
- Kent zij uw telefoonnummer?
- Kent ze je telefoonnummer?
Kent iemand deze vrouw?
Wie geen vreemde taal kent, kent zijn eigen taal niet.
hoeveel weten we eigenlijk over onze oceanen?
We kennen allemaal het gezegde:
Kennen we elkaar?
Ze kent veel spreekwoorden.
Hij kent de heer Davidson goed.
Niemand kent mijn land.
Kent er iemand Japans?
Tom kent iedereen.
Hij kent geen angst.
Tom kent me niet.
Kent hij me niet?
Iedereen kent hen.
Tom kent jou niet.
Hij weet veel van bloemen.
Er wordt gezegd dat hij van het geheim op de hoogte is.
Ze kent de route uit haar hoofd.
Ik denk dat zij de waarheid weet.
Kent ze je telefoonnummer?
Iedereen kent zijn naam.
Tom kent mijn naam niet.
Ze kent me.
Ze kent heel wat hoge pieten.
Hij kent niemand van ons.
Wie hem goed kent, respecteert hem.
Zelfs een kind kan op die vraag antwoorden.
We kennen hem.
Aan de vrucht herken je de boom.
Niemand kent zijn echte naam.
Ze kent me niet eens.
Tom kent een aantal goocheltrucs.
Liefde kent geen grenzen.
Iedereen hier kent me.
Kent een van jullie Tom?
Weet iemand de naam van de overledene?
Aan de vruchten kent men de boom.
De natuur kent geen grenzen.
Kent iemand dat reisbureau?
Iedereen kent iedereen.
Weet iemand de naam van de overledene?
De man is goed gekend in het hele dorp.
Weet iemand wat het probleem heeft veroorzaakt?
Indonesië ervaart regelmatig aardbevingen.
Hoeveel weten we nou eigenlijk over onze oceanen?
Kent ze jullie?
- Hij en alleen hij weet de hele waarheid.
- Hij en alleen hij kent de hele waarheid.
Tom kent het adres van Mary nog niet.
Weet iemand de naam van de overledene?
Weet Ken Toms echte naam?
Hij weet veel van bloemen.
- Tom weet de naam van de hond van Maria.
- Tom kent de naam van Maria's hond.
Tom kent Maria sinds ze een klein meisje was.