Examples of using "Appelez" in a sentence and their dutch translations:
- Telefoneer mij!
- Bel me.
- Bel me op!
Roep de zuster!
Bel mijn man.
Bel een ziekenwagen.
- Bel eens.
- Telefoneer.
- Bel.
- Bel me.
- Bel me op!
Bel ons.
- Bel Ishmael.
- Roep Ishmael.
- Roep Ishmael op.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
- Telefoneer.
- Bel.
Bel Tom.
Roep de zuster!
Bel nu.
Bel hem!
Bel haar!
- Bel Yanni.
- Roep Yanni.
- Hoe heet u?
- Wat is uw naam?
Bel naar huis!
Bel de burgemeester.
Wat is de naam van deze bloem?
Laten we een kat een kat noemen.
- Bel een ziekenwagen.
- Bel een ambulance.
Roep alstublieft een dokter.
- Bel de beveiliging!
- Bel de beveiliging.
Bel 112!
- Telefoneer mij!
- Bel me.
- Bel me op!
Bel een loodgieter.
Noem mij Ismael.
- Bel alstublieft een ziekenwagen.
- Belt u alstublieft een ziekenwagen.
Bel twee keer.
Roep de politie!
Wat is de naam van jouw hond?
Hoe heet u?
Hoe noem je dit dier in het Japans?
Hoe heet deze groente in het Engels?
- Roep me als u hulp nodig heeft.
- Roep me als jullie hulp nodig hebben.
- Bel me zodra u er bent.
- Bel me zodra jullie er zijn.
In geval van nood, bel mij op dit nummer.
Bel me vanavond.
In geval van nood, bel mij op dit nummer.
- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?
Bel vaker. FaceTime vaker.
Noem mij Ismael.
- Roep de politie!
- Bel de politie!
Bel 1-800-828-6322 voor een gratis brochure.
Roep de politie!
In geval van brand, bel 119.
Bel de politie in geval van nood.
- Zeg mij uw naam.
- Vertel me hoe je heet.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
Hoe noem je dit?
Hoe noem je dit dier in het Japans?
- Roep me als je hulp nodig hebt.
- Roep me als u hulp nodig heeft.
- Roep me als jullie hulp nodig hebben.
Hoe noem je deze vogel in het Engels?
Hoe heet deze groente in het Engels?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
Wat is je naam?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
Zeg mij uw naam.
- Als je iets nodig hebt, bel dan gewoon.
- Als je wat nodig hebt, bel me gewoon.
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is jouw naam?
- Wat is uw naam?
- Hoe heet u?
- Hoe heet je?
- Wat is je naam?
- Wat is uw naam?