Translation of "Loup" in Dutch

0.005 sec.

Examples of using "Loup" in a sentence and their dutch translations:

Est-ce un loup ?

Is het een wolf?

Il y a un loup !

Een wolf.

De la fourrure de loup.

Dat is wolvenvacht.

J'ai une faim de loup.

- Ik ga dood van de honger!
- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik rammel van de honger.
- Ik sterf van de honger!

- Le garçon est un loup déguisé en mouton.
- C'est un loup déguisé en agneau.

Hij is een wolf in schaapskleren.

N'essayez jamais de semer un loup !

Probeer nooit van een wolf weg te rennen.

Plus petite que le loup d'Alaska

Kleiner dan de wolven in het binnenland van Alaska...

L'homme est un loup pour l'homme.

De mens is een wolf voor de mens.

J'ai rencontré un loup en rêve.

- In mijn droom kwam ik een wolf tegen.
- Ik ontmoette een wolf in een droom.

C'est un loup déguisé en agneau.

Hij is een wolf in schaapskleren.

- M'aimeriez-vous encore, si j'étais un loup-garou ?
- M'aimerais-tu encore, si j'étais un loup-garou ?

Zou je nog steeds van me houden als ik geen weerwolf was?

J'ai une lance... et un loup agressif !

Ik heb een speer... ...en een agressieve wolf.

Un loup dormant n'attrape pas de mouton.

Een slapende wolf vangt geen schaap.

Je suis aussi affamé que le loup.

- Ik heb honger als een paard.
- Ik heb honger als een wolf.

Tu prétends pouvoir dompter ce loup féroce !

Je beweert deze wilde wolf te kunnen temmen!

Ce loup peut me sentir à des kilomètres.

Die wolf ruikt mij van kilometers afstand.

J'ai vu le loup, le renard, le lièvre.

Ik zag een wolf, een vos en een konijn.

- Est-ce un loup ?
- Est-ce une louve ?

Is het een wolf?

On ne peut pas repousser ce loup très longtemps.

We kunnen deze wolf niet op afstand houden.

Si vous pensez pouvoir éviter ce loup, choisissez "réessayer".

Kun je om deze wolf heen, kies dan 'Opnieuw proberen'.

Je suis les traces de loup dans la grotte ?

Dus je wilt dat ik de sporen van de wolf dieper de grot in volg?

Le loup et l'agneau sont allés au même ruisseau.

De wolf en het lam gingen naar dezelfde beek.

J'ai entendu dire que Tom était un loup-garou.

Ik heb gehoord dat Tom een weerwolf is.

On ne peut pas rester s'il y a un loup.

We kunnen niet blijven als er een wolf is.

- J'ai une faim de loup.
- Je suis aussi affamé qu'un ours.

- Ik heb honger als een paard.
- Ik rammel van de honger.

Oui, un loup a fait un festin de roi dans cette grotte.

In deze grot heeft een wolf de ultieme picknick gehad.

Ce loup peut me sentir à des kilomètres. Il m'a sûrement déjà repéré !

Die wolf ruikt mij van kilometers afstand. Hij zal mijn geur al wel hebben opgepikt.

Tu auras beau crier "Ouh ! Ouh !", tu ne te transformeras pas en loup.

Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.

- J'ai une faim de loup.
- J'ai très faim.
- J'ai la dalle.
- J'ai les crocs.

Ik rammel van de honger.

Aussi fort que tu cries "Ouh ! Ouh !", tu ne te transformeras cependant pas en loup.

Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.

- Qui craint les animaux ne va pas en forêt.
- Qui a peur du loup ne va pas au bois.

Wie angst heeft van de bladeren, die jaagt niet in het bos.

- Quand on parle du loup, on en voit la queue.
- Parlez des anges et vous entendez le battement de leurs ailes.

Als je van de duivel spreekt.

- J'ai une faim de loup.
- J'ai très faim.
- J'ai la dalle.
- J'ai les crocs.
- Je suis affamée !
- Je crève la dalle.

- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik rammel van de honger.
- Ik ga kapot van de honger.

Dorcon, ayant ainsi été sauvé des mâchoires des chiens et non, comme le dit le vieil adage, de celles du loup, rentra chez lui pour se soigner ; tandis que Daphnis et Chloé peinaient jusqu'à la tombée de la nuit à rassembler leurs moutons et leurs chèvres, qui, terrifiées par la vue de la fourrure de loup et les aboiements des chiens, s'étaient dispersées dans des directions différentes.

Dorkoon, die uit de muil van de honden was gered en niet, zoals het oude spreekwoord zegt, uit die van de wolf, keerde huiswaarts om zichzelf te verplegen. Ondertussen waren Daphnis en Chloe tot de avondschemering bezig met de moeilijke taak om hun schapen en geiten te verzamelen die zich, door de aanblik van het wolfsvel en het geblaf van de honden, doodsbang in verschillende richtingen hadden verspreid.