Examples of using "Loup" in a sentence and their dutch translations:
Is het een wolf?
Een wolf.
Dat is wolvenvacht.
- Ik ga dood van de honger!
- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik rammel van de honger.
- Ik sterf van de honger!
Hij is een wolf in schaapskleren.
Probeer nooit van een wolf weg te rennen.
Kleiner dan de wolven in het binnenland van Alaska...
De mens is een wolf voor de mens.
- In mijn droom kwam ik een wolf tegen.
- Ik ontmoette een wolf in een droom.
Hij is een wolf in schaapskleren.
Zou je nog steeds van me houden als ik geen weerwolf was?
Ik heb een speer... ...en een agressieve wolf.
Een slapende wolf vangt geen schaap.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik heb honger als een wolf.
Je beweert deze wilde wolf te kunnen temmen!
Die wolf ruikt mij van kilometers afstand.
Ik zag een wolf, een vos en een konijn.
Is het een wolf?
We kunnen deze wolf niet op afstand houden.
Kun je om deze wolf heen, kies dan 'Opnieuw proberen'.
Dus je wilt dat ik de sporen van de wolf dieper de grot in volg?
De wolf en het lam gingen naar dezelfde beek.
Ik heb gehoord dat Tom een weerwolf is.
We kunnen niet blijven als er een wolf is.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik rammel van de honger.
In deze grot heeft een wolf de ultieme picknick gehad.
Die wolf ruikt mij van kilometers afstand. Hij zal mijn geur al wel hebben opgepikt.
Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.
Ik rammel van de honger.
Hoe hard je ook "Oe-oe!" roept, in een wolf verander je toch niet.
Wie angst heeft van de bladeren, die jaagt niet in het bos.
Als je van de duivel spreekt.
- Ik heb ontzettende honger.
- Ik heb honger als een paard.
- Ik verga van de honger.
- Ik ben uitgehongerd.
- Ik rammel van de honger.
- Ik ga kapot van de honger.
Dorkoon, die uit de muil van de honden was gered en niet, zoals het oude spreekwoord zegt, uit die van de wolf, keerde huiswaarts om zichzelf te verplegen. Ondertussen waren Daphnis en Chloe tot de avondschemering bezig met de moeilijke taak om hun schapen en geiten te verzamelen die zich, door de aanblik van het wolfsvel en het geblaf van de honden, doodsbang in verschillende richtingen hadden verspreid.