Examples of using "Petite" in a sentence and their dutch translations:
Deze vlieg boft.
- Rotwijfje!
- Nijdig kreng!
- Rotmeid!
Ik heb een vriendin.
- Ze is klein.
- Zij is klein.
- Is dit jouw vriendinnetje?
- Is dat jouw vriendin?
Dat huis is erg klein.
Mijn huis is klein.
- Lastpak!
- Rotjong!
- Rotmeid!
De vork is klein.
Het huis is klein.
Jij kleine dief!
Mijn familie is klein.
Klein.
Dit is mijn vriendin.
- Het bos is klein.
- Het woud is klein.
Mijn huis heeft een klein tuintje.
De baby heet Anshika.
En dan richt je je op dat kleine gebied.
Het maakt weinig verschil.
Dit huis is erg klein.
Heb je een vriendin?
Ze heeft een klein huis.
De kamer is vrij klein.
Mijn kamer is echt klein.
Mijn vriendin heet Laurie.
- Hoe gaat het met je jongere zus?
- Hoe gaat het met jouw zusje?
- Hoe is het met je zusje?
- Zijn lief is een Roemeense.
- Zijn vriendin is een Roemeense.
Hij heeft een klein huis.
Mijn vriendin is Chinees.
Heeft Tom een vriendin?
Heb je een vriendin?
Mijn vriendin is Canadees.
Anna is een klein meisje.
Anna is een klein meisje.
Handje hier!
Zij was mijn eerste vriendin.
Maria was mijn eerste vriendin.
We zullen je een bezoekje brengen.
Ik heb geen vriendin nodig.
Wie is jouw vriendin?
- Is zij jouw vriendinnetje?
- Is dit jouw vriendinnetje?
- Is dat jouw vriendin?
Maak het kleiner.
De perfecte natuurlijke alkoof.
Iets kleiners misschien.
Kleiner dan de wolven in het binnenland van Alaska...
Ryoko heeft een schattig klein gezicht.
Zij leeft van een klein pensioen.
Hij viel op me neer.
Hij heeft geen vriendin.
Ik verblijf in een klein pensionnetje.
Heeft hij een vriendin?
Heeft hij een vriendin?
Zij was mijn eerste vriendin.
Je bent maar een meisje.
Kom hier, meisje, ga zitten!
Ze adopteerden het kleine meisje.
Voeg één theelepel paprika toe.
Hij heeft een nieuwe vriendin.
Ik was te klein.
Maria is mijn ex-vriendin.
Mijn vriendin komt uit Boston.
Maria is niet mijn vriendin.
Is dat jouw nieuwe vriendin?
Meisjes, kom naar voren!
Mijn ouders kennen mijn vriendin.
Ze is kleiner dan ik.
Hoe oud is je zusje?
Tom heeft een nieuwe vriendin.
Ik woon op een klein eiland.
Mijn vriendin was aan het huilen.
Mijn vriendin is aan het huilen.