Translation of "Jusqu’à" in Dutch

0.006 sec.

Examples of using "Jusqu’à" in a sentence and their dutch translations:

Jusqu’à quelle heure ?

Tot hoe laat?

- Jusqu'à quand ?
- Jusqu’à quelle heure ?

Tot wanneer?

Combien d'argent tu t'es fait jusqu’à présent ?

- Hoeveel geld heb je tot nu toe verdiend?
- Hoeveel geld heeft u tot nu toe verdiend?
- Hoeveel geld hebben jullie tot nu toe verdiend?

- Jusqu’à la semaine prochaine.
- À la semaine prochaine.

Tot volgende week.

Qu’est-ce que tu faisais, jusqu’à une heure pareille ?

Wat heb je tot die tijd gedaan?

- On va jusqu’à la gare ?
- On va jusqu’au métro ?

Wil je samen met mij naar het station gaan?

J’ai toujours cru que les étudiants en médecine étaient des gens vaillants et très occupés. Jusqu’à ce que je te rencontre.

Ik dacht altijd dat geneeskundestudenten heel drukbezette en hardwerkende mensen zijn. Toen ontmoette ik jou.