Examples of using "Semaine" in a sentence and their dutch translations:
Het was afgelopen week.
De financiële situatie wordt met de week slechter.
- Tot volgende week!
- Tot volgende week.
Tot volgende week.
Een week telt zeven dagen.
Laten we onze week beginnen.
Ik heb een week nodig.
Wat is het een lange week geweest, hè?
Het was een afschuwelijke week.
- Waar was u deze week?
- Waar was je deze week?
Ze doen het elke week.
Een week telt zeven dagen.
Tot volgende week!
Ik zie je volgende week.
Tot volgende week!
Ik vertrek volgende week.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
Het was een afschuwelijke week.
Een week telt zeven dagen.
- Ik was afgelopen week erg bezig.
- Afgelopen week was ik erg bezig.
Hij leest elke week twintig boeken.
Vorige week ben ik naar buiten gegaan.
Kerstmis is pas over een week.
- De regen hield aan gedurende een week.
- Het regende een week lang.
Bill komt volgende week terug.
Ik heb veel gewerkt deze week.
Ze doen het elke week.
Waar was je deze week?
Ik heb deze week al geslapen.
Een week telt zeven dagen.
Waar was u deze week?
Ik vertrek volgende week.
Het was een afschuwelijke week.
Ze doen het elke week.
Ze is binnen een week terug.
Het heeft ongeveer een week geregend.
Je bent onze gast van de week.
Hij was vorige week ziek.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
- Ik zal u bellen binnen de week.
- Ik bel je binnen een week.
Ik lag een week in het ziekenhuis.
- Ik zwem eenmaal per week.
- Ik zwem één keer per week.
- Hij schrijft mij eens per week.
- Hij schrijft mij eenmaal per week.
Ik heb het vorige week gekocht.
Hij wast de fiets elke week.
- Het regende een week lang.
- Het bleef een week regenen.
We kunnen leveren binnen een week.
Ik ben van plan daar een week te blijven.
Ik zal de volgende week naar China reizen.
Het is me het weekje wel geweest.
Ik heb hem vorige week betaald.
Ik heb veel te doen deze week.
- Ik heb een week in een ziekenhuis doorgebracht.
- Ik heb een week in een hospitaal doorgebracht.
Het is een lange week geweest.
We zien elkaar volgende week.
Tom was de vorige week ziek.
Over een week zullen de lessen weer beginnen.
Ons thema van de week is: _____.
Zij was al een week ziek.