Examples of using "J'eus" in a sentence and their dutch translations:
Ik had een idee.
Afgelopen jaar kreeg ik een beroerte.
Ik heb over hem gedroomd.
- Ik had een idee.
- Een idee kwam bij me op.
- Ik had helemaal hetzelfde gevoel.
- Ik had precies hetzelfde gevoel.
- Ik had exact hetzelfde gevoel.
Ik wilde eigenlijk leraar worden.
Ik kon mijn oren nauwelijks geloven toen ik het nieuws hoorde.
Ik was fout.
Ik had ongelijk.
Ik kon mijn oren nauwelijks geloven toen ik het nieuws hoorde.
- Ik ben ineengekrompen.
- Ik kromp ineen.
- Ik wou dat ge mij dat gezegd hadt.
- Ik wou dat je mij dat had verteld.