Examples of using "Exactement" in a sentence and their dutch translations:
Juist!
- Precies!
- Juist!
- Het klopt!
- Exact!
Waar ben je precies naar op zoek?
Het paste precies.
Het paste precies.
- Ik had helemaal hetzelfde gevoel.
- Ik had precies hetzelfde gevoel.
- Ik had exact hetzelfde gevoel.
Nou, niet echt.
Daar zat ze op te wachten.
Waar zijn we precies?
- Precies!
- Exact!
- Ge ziet er helemaal uit als uw moeder.
- Je lijkt sprekend op je moeder.
Wat doen ze precies daarbinnen?
Je bent net als jouw vader.
- Wat heeft u net nodig?
- Wat heb je net nodig?
Wat is dit nu?
Ik heb precies hetzelfde woordenboek.
Waarover gaat het precies?
Ik weet precies hoe je je voelt.
En dat is precies wat we doen.
...maar ze zien niet precies waar.
Dit is precies wat ik wou.
- Dat is juist wat hij zei.
- Dat is exact wat hij zei.
- Dat is precies wat hij zei.
Dat is precies wat ik dacht.
Dat dacht ik ook.
Het vliegtuig kwam exact om negen uur aan.
Je lijkt sprekend op je moeder.
- Wat betekent dit juist?
- Wat betekent dat precies?
Dat is net wat ik nodig had.
Ik weet precies waar ik heen ga.
Ik weet precies wanneer dat gebeurd is.
Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.
Deze beelden staan voor precies dezelfde concepten.
Net wat de garnaal nodig had.
een aantal beroertes, om precies te zijn.
Ons vliegtuig vertrok om 18 uur precies.
Het was net zoals ik gedacht had.
Het is juist wat ik wilde zien.
- Als ik later groot ben, wil ik net zo zijn als jij.
- Als ik later groot ben, wil ik net als jij zijn.
Dat is niet precies wat ik zei.
Dit is precies het boek dat ik wil lezen.
Ik wil precies weten hoe Tom doodging.
Dat is niet bepaald wat ik wilde.
Volgens mij weet jij precies wat ik bedoel.
Want dat is wat artistieke expressie
Kom zeker precies om zeven uur aan.
Ik weet niet precies waar ik ben.
Tom lijkt helemaal op iemand die ik ken.
Ook al zijn hun DNA-sequenties identiek,
dat Jimmy precies is zoals hij bedoeld was
...en timet haar dood precies voor het uitkomen van die eieren.
De waarheid is dat het helemaal is zoals je zegt.
- Correct!
- Juist!
Ik weet niet precies wanneer ik terug zal zijn.
Dat is niet precies wat ik in gedachten had.
Niet echt. Althans, niet voor mij.
Je lijkt net op hem.
Dit is precies wat ik wou.
- Dat is het juiste ding om te doen.
- Dat is de juiste beslissing.
Dit is een videospel dat dezelfde inhoud aanleert.
Ik hou van je, zoals je bent.
Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.
Ik herinner het me niet precies, maar ik veronderstel dat het vorige week vrijdag was.
Er is geen twijfel mogelijk dat Tom precies weet wat er gebeurd is.
Heel vaak verdient een vrouw minder dan een man voor precies hetzelfde werk.
Ik heb gevraagd wat er nu precies is gebeurd, maar ze wil echt niet het achterste van haar tong laten zien.
Ik moest de brief niet openen. Ik wist heel precies wat erin stond.
Wat ze jou vertelden, is precies het tegenovergestelde van wat ze mij gisteren vertelden.
Hij weet precies hoe hij moet jagen en dominant moet zijn in die omgeving. Hij kan doen wat hij wil.
En hij maakt het gedicht voor Thormod af in precies het juiste rijm en metrum.
Dat is niet precies wat ik in gedachten had.
Ik weet niet juist wanneer ik terugkom.
Misschien is het voor hem wel precies zo.