Examples of using "Instant" in a sentence and their dutch translations:
- Een ogenblikje.
- Wacht een ogenblik.
- Wacht een ogenblik.
- Wacht eens heel even.
- Wacht eens even.
Een ogenblikje...
Wacht een ogenblik.
in die laatste tijd,
- Een momentje, alstublieft!
- Een momentje, alsjeblieft!
gewoon voor een ogenblik,
dat, voor een gelukscherend moment,
Denk daar eens even over na.
Ga even zitten.
Tom lachte even.
Hebt ge even tijd?
- Wacht eventjes.
- Wacht een beetje.
- Wacht een minuut.
- Een moment!
- Een minuut.
Een ogenblikje...
Een momentje, alsjeblieft!
Een momentje, alstublieft!
dat alleen voor jou is.
Hij komt snel.
Wacht eens heel even.
Nu even niet ademen!
Kunt u ons even excuseren?
- Hebt ge een ogenblik?
- Hebt ge even tijd?
- Heeft u een ogenblik?
Er is geen tijd te verliezen.
Een ogenblik. Ik heb nog niet beslist.
Even geduld alsjeblieft.
de lucht die nu door je neusgaten stroomt.
- Een ogenblikje.
- Wacht even.
Ze kan op slag omschakelen naar deze heldere waarschuwingskleuren.
- Heb je een minuut?
- Heb je een minuutje?
De auto van de baas is nog niet aangekomen, gelieve even te wachten!
Blijf nog even aan de lijn alstublieft.
Mag ik je een moment storen?
Blijf nog even aan de lijn alstublieft.