Examples of using "Grain" in a sentence and their dutch translations:
Er is een korrel zand in mijn oog gevallen.
- Rogge werd het gewas der armen genoemd.
- Rogge werd het armeluisgewas genoemd.
Die vogel eet graan en andere zaden.
Indien gij een geloof hadt als een mosterdzaadje, niets zou u onmogelijk zijn.
Dat is toch water naar de zee dragen!
Hun licht is een signaal voor vleugelloze vrouwtjes op de grond. Ze heeft het formaat van een rijstkorrel.
- Er zit zeker een vijs los?
- Ge zijt niet goed wijs.
- Ge hebt ze niet alle vijf.
- Ge zijt niet wel wijs.
- Jij zot!
- Ben je niet goed wijs?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Ben je nou helemaal bedonderd?
- Ben je je verstand kwijt?