Examples of using "Francs" in a sentence and their dutch translations:
frank.
Laten we eerlijk zijn.
- Dat is de prijsvraag.
- Dat is de grote vraag.
Per dag krijg ik vijf frank, maar voor vandaag ben ik dubbel betaald, dat is dus tien frank.
Maar hun vijanden, waaronder Angelsaksen en Franken, behoorden zelf tot trotse krijgersculturen