Examples of using "Font" in a sentence and their dutch translations:
Waarom doen zij dat?
Ze roddelen.
Zij skiën.
- Waar zijn ze mee bezig?
- Wat zijn ze aan het doen?
Ze zijn allemaal goed.
Ze doen het elke week.
Wat een duo!
Ze zijn deel van ons.
Ze carpoolen samen.
Twee plus twee is vier.
Voor velen is het tweeërlei:
Wat doen omroepers?
Wat doen die mensen?
Manieren maken de man.
Ze maken een salade.
- Ze koken.
- Zij koken.
Zij bedrijven regelmatig liefde.
- Waar maken ze dat?
- Waar doen ze dat?
- Nachtmerries zijn eng.
- Nachtmerries maken bang.
Wat doen ze precies daarbinnen?
- Ik denk dat ze dat met opzet doen.
- Ik denk dat ze dat expres doen.
Zijn zoons doen wat ze willen.
Kinderen doen domme dingen.
Wat doen ze met dubbele zinnen?
2x6 is 12.
en daardoor nieuws.
En dat is wat ze doen.
Het wordt vertrouwd door zijn gebruikers ...
Honderd cent is gelijk aan een dollar.
Bijen maken honing.
Twee maal twee is vier.
Mijn voeten doen pijn.
Mijn gewrichten doen pijn.
Zijn ouders vertrouwen hem.
Wat doen mijn grootouders?
Ze zijn een goed stelletje.
Vijf plus twee is zeven.
Ze doen het elke week.
Ze bakken een heerlijke pizza.
Drie plus vijf is acht.
De meeste mensen doen dat.
Twee plus twee is vier.
- Twee maal zeven is veertien.
- Twee keer zeven is veertien.
Duizend jaar is een millennium.
Wat is twee maal twee?
Doen kippen een plasje?
Ze doen het elke week.
Zijn zoons doen wat ze willen.
Vele kleintjes maken een grote.
Ik wil weten hoe ze dat doen.
Wie niets doet, doet niets verkeerd.
Wat zijn de kinderen aan het doen in de tuin?
maar weinig mensen doen dit.
Maar deze filters maken fouten.
Andere mannetjes zijn ook bezig.
Vijf keer vijf is vijfentwintig.
Acht gedeeld door twee is vier.
Horrorfilms maken me bang.
Mijn benen doen nog steeds pijn.
Tien gedeeld door vijf is twee.
Ze vertrouwen jullie niet.
Tien minus twee is gelijk aan acht.
- Ik denk dat ze dat met opzet doen.
- Ik denk dat ze dat expres doen.
- Twee plus twee is vier.
- Twee plus twee is gelijk aan vier.
- Iedereen doet dit.
- Iedereen doet dat.
- Ze proberen.
- Zij proberen.
- Ze doen hun best.
- Zij doen hun best.
Wat doet het met mijn gelijken?
...nemen rijke voedingsstoffen mee...
Maar zijn problemen zijn pas net begonnen.
Alleen vrouwtjes maken deze reis.
Vele kleintjes maken een grote.