Translation of "Fonctionner" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Fonctionner" in a sentence and their dutch translations:

Submergée et incapable de fonctionner.

ondersteboven van alles en niet in staat om te functioneren.

Nous pouvons faire fonctionner cela.

- We kunnen dat aan de praat krijgen.
- We kunnen dat doen werken.

Mon corps risque de s'arrêter de fonctionner.

Het is mogelijk dat mijn lichaam er mee stopt.

Les croassements frénétiques ne semblent pas fonctionner.

Wild gekwaak lijkt geen indruk te maken.

Fais fonctionner ton cerveau avant ta langue.

Eerst denken, dan zeggen.

- Ça ne marchera pas.
- Ça ne saurait pas fonctionner.

- Het zal niet werken.
- Dat zal niet werken.

As-tu réussi à faire fonctionner le lave-vaisselle ?

Is het je gelukt de vaatwasser aan de praat te krijgen?

Voici un exemple de la façon dont cela pourrait fonctionner.

Dit is een voorbeeld van hoe dat zou kunnen werken.

Le secret de leur réussite est de fonctionner 24 h/24.

Het geheim van hun succes is overgaan naar een 24-uursbestaan.

- Ça a presque fonctionné.
- Ça a failli fonctionner.
- Ça a failli marcher.
- Ça a presque marché.

- Het werkte bijna.
- Het heeft bijna gewerkt.

- Je ne pense pas que ton plan va marcher.
- Je ne pense pas que votre plan va fonctionner.

Ik denk niet dat je plan zal werken.