Examples of using "Discuter" in a sentence and their dutch translations:
Ik praat graag.
We willen praten.
Als je wilt praten, dan praten we.
Zijn ze gereed om te praten?
Ik praat graag.
- Het staat niet ter discussie.
- Het besluit staat vast.
Als je wilt praten, dan praten we.
Hij wilde alleen over kunst praten.
Kunnen we later praten?
Ik ben aan het praten.
Het heeft geen zin om te discussiëren.
dat discussie over die feiten een persoonlijke aanval wordt.
Je moet het eerst met je ouders bespreken.
Ik wou iets met u bespreken.
We hebben nog veel te bespreken.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
Als je met iemand een eitje te pellen hebt, zeg het hem dan in zijn gezicht, in plaats van achter zijn rug te praten.
durfde niemand met mij te spreken over wat er gebeurde.
- We hebben nog tijd genoeg om daarover te discussiëren.
- We hebben nog voldoende tijd om het te bespreken.
- We hebben nog tijd genoeg om erover te praten.
Er is nog een vraag die we moeten bespreken.
We moeten praten.
Hij was altijd bereid voor een gesprek en zeer verdraagzaam.
- Over smaak valt niet te twisten.
- Over smaken valt niet te twisten.
- Over smaken valt niet te discussiëren.
Er is nog een andere kwestie die we moeten bespreken.
Ik ga discussiëren met Marty en zien wat hij ervan denkt.
Geen ruzie maken.
Ik was blij dat we sinds een lange tijd weer eens hebben kunnen praten. Laten we weer eens praten.
De gegevens die hieronder besproken worden, zijn op de volgende manier verzameld.
Het is moeilijk om een gesprek te voeren met iemand die alleen maar 'ja' en 'nee' zegt.
Wat wil zij met mij bespreken?