Translation of "Dimanches" in Dutch

Je vais à l'église les dimanches.

- 's Zondags ga ik naar de kerk.
- Zondags ga ik naar de kerk.

Elle jouait au tennis tous les dimanches.

Zij speelde elke zondag tennis.

Il joue au golf tous les dimanches.

Hij speelt elke zondag golf.

Je vais à l'église tous les dimanches.

Ik ga elke zondag naar de kerk.

Elle va à l'église tous les dimanches.

Ze gaat elke zondag naar de kerk.

Ses parents vont à l'église tous les dimanches.

Zijn ouders gaan elke zondag naar de kerk.

Je travaille tous les jours sauf les dimanches.

Ik werk elke dag behalve zondag.

- Je vais à l'église le dimanche.
- Je vais à l'église les dimanches.

's Zondags ga ik naar de kerk.

Nous allions à l'église tous les dimanches quand nous étions en Amérique.

Toen we in Amerika waren gingen we elke zondag naar de kerk.

- Je travaille tous les jours sauf les dimanches.
- Je travaille tous les jours sauf le dimanche.

- Ik werk alle dagen behalve op zondag.
- Ik werk iedere dag, behalve zondag.

Auparavant, nous allions tous les dimanches manger au restaurant, mais aujourd'hui nous ne pouvons plus nous le permettre.

- Vroeger gingen wij iedere zondag uit eten, maar tegenwoordig kunnen wij ons dat niet meer veroorloven.
- Vroeger gingen wij iedere zondag uit eten, maar tegenwoordig kunnen wij ons dat niet meer permitteren.