Examples of using "Jouait" in a sentence and their dutch translations:
Maria speelde.
Antonius speelde.
Sami speelde.
Ze speelde basketbal.
Sami speelde voetbal.
Hij speelde Hamlet.
Hij speelde piano.
- Tom sprak in raadsels.
- Tom sprak in raadselen.
Hij speelde met zijn kat.
Tom speelde gitaar.
Die jongen speelde met een aansteker.
Dick speelde piano en Lucy zong.
Zij speelde elke zondag tennis.
De kat was aan het spelen met een levende muis.
Hij speelde piano en zij zong.
Tom speelde piano en Mary zong.
Wat denk je van een partijtje tennis nu zaterdag?
De kat speelde met de speelgoedmuis.
- Tom sprak in raadsels.
- Tom sprak in raadselen.
Toen speelde Suzana geen piano.
- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
- In de kamer stond een piano, maar er was niemand die erop speelde.
- Er was een piano in de kamer, maar niemand speelde erop.
Toen hij jong was voetbalde hij soms.
Desalniettemin was het een rol die hij met grote vaardigheid vervulde: zijn divisie onderscheidde zich
Maar het leek of ze met de vissen speelde. Spelen zie je vaak bij sociale dieren.
Hij speelde een belangrijke rol in het comité.
Ik heb Tom zien tennissen.
Hij heeft de hele dag tennis gespeeld.
Tom wilde weten wie de artiest was die op deze manier in een bos in Arkansas viool speelde.