Translation of "Congé" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Congé" in a sentence and their dutch translations:

- Prenez quelques jours de congé.
- Prends quelques jours de congé.

Neem een paar dagen vrij.

Lundi, nous avons congé.

's Maandags hebben we vrij.

Tom est en congé paternité.

- Tom heeft vaderschapsverlof.
- Tom heeft kraamverlof.
- Tom is met vaderschapsverlof.
- Tom is met kraamverlof.

Demain est mon jour de congé.

Morgen is mijn vrije dag.

Tom prend quelques jours de congé.

Tom neemt een paar dagen vrij.

Mary est en congé de maternité.

- Maria heeft zwangerschapsverlof.
- Maria is met zwangerschapsverlof.

- Combien de temps avez-vous congé pour Noël ?
- Combien de temps as-tu congé pour Noël ?

- Hoelang heb je vrij voor Kerstmis?
- Hoelang hebt u vrij voor Kerstmis?
- Hoelang hebben jullie vrij voor Kerstmis?

Il a pris une semaine de congé.

- Hij heeft een week vrij genomen.
- Hij nam een week vrij.

Marie a pris un jour de congé.

Maria heeft een dag verlof genomen.

Il prit congé de nous et partit.

Hij nam afscheid van ons, en vertrok.

Elle quitta la pièce sans prendre congé.

Ze verliet de kamer zonder afscheid te nemen.

- Il est en congé.
- Il est en permission.

Hij heeft vrij.

Mon frère va pêcher tous les jours de congé.

Mijn broer gaat elke vrije dag vissen.

- Hier, j'étais en repos.
- Hier c'était mon jour de congé.

- Gisteren had ik een dag vrijaf.
- Gisteren had ik een vrije dag.

"et aucun de ces emplois proposent de congé maladie payé."

...geen van beide doet aan ziekteverlof.

- D'un signe, elle me dit "au revoir".
- Elle me salua pour prendre congé.

Ze zwaaide me gedag.

- Je me prends quelques jours libres.
- Je vais prendre quelques jours de congé.

Ik neem een paar dagen vrij.

- Il nous fit ses adieux et partit.
- Il prit congé de nous et partit.

Hij nam afscheid van ons, en vertrok.

Je peux prendre congé le jour de Noël, mais j'ai du travail la veille de Noël.

Ik kan vrij zijn op kerstdag, maar ik heb werk op kerstavond.

« J'ai la tête qui tourne un peu. » « Tu es pâle. Tu ferais mieux de prendre un jour de congé. »

"Ik voel me een beetje duizelig." "Je ziet er nogal bleek uit. Je kunt een dag vrij nemen."