Translation of "Prend" in Dutch

0.010 sec.

Examples of using "Prend" in a sentence and their dutch translations:

Elle prend tout.

Ze neemt alles.

- On en prend une autre!
- On en prend un autre!

Laten we er nog eentje nemen!

Papa prend un bain.

- Papa zit in bad.
- Papa is aan het baden.

On prend un taxi ?

Nemen we een taxi?

Tom prend des stéroïdes.

Tom neemt steroïden.

L'intrigue prend vite forme.

Het verhaal openbaart zich snel.

Tom prend des vitamines.

Tom neemt vitaminen.

Prend-on le métro ?

Nemen we de metro?

Tom prend un bain.

- Tom zit nu in bad.
- Tom neemt een bad.

Alors, on prend quel chemin ?

Welke kant gaan we op vanaf hier?

Pour qui se prend Tom ?

Wie denkt Tom wel niet wie hij is?

Demain, la conférence prend fin.

Morgen is de conferentie afgelopen.

L'administration prend des décisions importantes.

De administratie neemt belangrijke beslissingen.

Il prend son déjeuner maintenant.

- Hij is nu lunch aan het eten.
- Hij is nu aan het lunchen.

- Lorsqu'il pleut, elle prend le bus.
- Elle prend toujours le bus lorsqu'il pleut.

- Wanneer het regent, neemt ze de bus.
- Als het regent, neemt ze de bus.

- Ça ne prend pas beaucoup de temps.
- Ça ne prend guère de temps.

Dat neemt nauwelijks tijd in beslag.

- Lorsqu'il pleut, elle prend le bus.
- Quand il pleut, elle prend le bus.

- Wanneer het regent, neemt ze de bus.
- Als het regent, neemt ze de bus.

Alors, comment on s'y prend-on ?

Hoe gaan we dat doen?

On prend l'anatomie des animaux modernes,

de anatomie van huidige dieren bestudeerden

prend son verre et crie : « Moktor ! »

neemt zijn shotglas, blaast het uit en roept 'Moktor',

Il prend le microphone et dit :

Die pakt de microfoon en zegt:

En juin 1811, il prend Tarragone.

In juni 1811 nam hij Tarragona in.

Arrête d'hésiter et prend une décision !

Stop met twijfelen en neem een beslissing!

Elle prend une douche chaque matin.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Elle prend des cours du soir.

Ze gaat naar avondschool.

Elle prend un bain chaque matin.

Ze neemt elke morgen een bad.

Tom prend quelques jours de congé.

Tom neemt een paar dagen vrij.

Il se prend pour un artiste.

Hij houdt zichzelf voor een kunstenaar.

- Ça prend du temps.
- C'est chronophage.

Het is tijdrovend.

Ça ne prend guère de temps.

Dat neemt nauwelijks tijd in beslag.

Elle prend bien soin de Mary.

Ze zorgt goed voor Maria.

Tom prend des cours de piano.

Tom neemt pianolessen.

Lorsqu'il pleut, elle prend le bus.

- Wanneer het regent, neemt ze de bus.
- Als het regent, neemt ze de bus.

Noël prend une tournure tellement commerciale.

Kerstmis is zo commercieel aan het worden.

Le mal du pays me prend.

Ik krijg heimwee.

Elle prend soin de sa mère malade.

Ze zorgt voor haar zieke moeder.

Elle prend souvent son petit-déjeuner là.

Zij ontbijt daar vaak.

Loiseau est le seul qui prend l'initiative.

Loiseau is de enige die het initiatief neemt.

Tom prend très soin de sa voiture.

Tom zorgt heel goed voor zijn auto.

Elle prend toujours le bus lorsqu'il pleut.

Wanneer het regent, neemt ze de bus.

Il prend la dette à son compte.

Hij neemt de schuld op zich.

- Je trouve que cette table prend trop de place.
- Je crois que cette table prend trop de place.

Ik vind dat deze tafel te veel ruimte inneemt.

On prend le corps, on vire la tête.

Neem het lichaam, gooi de kop weg.

On prend le tunnel sans courant d'air ? D'accord !

Je wilt afdalen in de tunnel zonder tocht? Oké.

La table ne prend pas beaucoup de place.

De tafel neemt niet veel plaats in.

Le premier prend, le dernier part en grognant.

Vroeg begonnen, veel gewonnen.

Ce contrat prend effet à partir de minuit.

- Deze overeenkomst wordt geldig vanaf middernacht.
- Deze overeenkomst treedt om middernacht in kracht.

Tom ne prend pas son travail au sérieux.

Tom neemt zijn baan niet erg serieus.

Et elle prend racine partout où on la plante.

en waar we ook de aarde verstoren om het te kweken.

On a deux possibilités. Soit on prend un bâton…

Dat kan op twee manieren. Met de stok.

Grand-mère prend grand plaisir à regarder la télévision.

Oma heeft heel veel plezier aan TV-kijken.

Sois patient s'il te plaît, ça prend du temps.

Wees geduldig alsjeblief, dat heeft tijd nodig.

Je trouve que cette table prend trop de place.

Ik vind dat deze tafel te veel ruimte inneemt.

Ton passe-temps te prend-il beaucoup de temps ?

Is je hobby tijdrovend?

Celui qui gagne, c'est celui qui prend des risques.

Hij die waagt, wint.

On prend toujours le mal pour éviter le pire.

We nemen altijd het slechte om het ergste te voorkomen.

Ses petits dans son sillage, elle prend les petites rues.

Met kalfjes op sleeptouw kiest ze voor achterafstraatjes.

Cela prend du temps de bien parler une langue étrangère.

- Er is veel tijd nodig om een vreemde taal te kunnen spreken.
- Je hebt veel tijd nodig om een vreemde taal te spreken.

Elle prend des cours de cuisine une fois par semaine.

Ze neemt eens per week kookles.

Se prend-on en portrait avec son portable à un enterrement ?

Wanneer zag je de laatste keer een selfie op een begrafenis?

Tandis que sa vue disparaît, un autre sens prend le relais.

Als het zicht verdwijnt... ...neemt een ander zintuig het over.

Mais lors des nuits sombres... un sixième sens prend le relais.

Maar op donkere nachten... ...neemt een zesde zintuig het over.

On en prend un peu plus et on va y aller.

We halen er nog een beetje uit. En dan gaan we weer verder.

- Elle pense être un génie.
- Elle se prend pour un génie.

Ze denkt dat ze een genie is.

- Notre travail ne s'arrête jamais.
- Notre travail ne prend jamais fin.

Ons werk houdt nooit op.

Combien de temps cela prend-il pour arriver à la station ?

- Hoe lang duurt het om naar het station te gaan?
- Hoe lang duurt het om het station te bereiken?

Ma sœur prend des leçons de piano deux fois par semaine.

Mijn zus heeft twee keer per week pianoles.