Examples of using "Comprennent" in a sentence and their dutch translations:
Ze verstaan elkaar.
- Ze verstaan elkaar.
- Ze begrijpen elkaar.
De kinderen begrijpen alles.
De studenten begrijpen het niet.
Ingenieurs begrijpen al erg veel
Mijn ouders verstaan mij niet.
Zij verstaan deze zin niet, of toch?
Er zijn weinig studenten die Latijn begrijpen.
Zelfs deskundigen begrijpen dit ongelofelijke ongeval niet.
En ik denk niet dat mensen doorhebben dat dat alles zou kunnen veranderen.