Examples of using "Citron" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb jouw citroen opgegeten.
- Ik heb uw citroen opgegeten.
De citroen is geel.
Ik eet een citroen.
Ik heb jouw citroen opgegeten.
Voor mij thee met citroen alstublieft.
Deze salade smaakt naar citroen.
Voeg wat citroensmaak aan de thee toe.
Een thee met citroen, alstublieft.
Ik drink nooit thee met citroen.
Citroenen zijn zuur.
De citroen heeft een eigen smaak.
Ik drink nooit thee met citroen.
Voor mij thee met citroen alstublieft.
Citroenmelisse is een van de oudste bekende geneeskrachtige kruiden. Al meer dan tweeduizend jaar is de Citroenmelisse hoog gewaardeerd in de geneeskunde.